1r:1
1Parijs 17 Sept. 1875.

2Waarde Theo,
3Gevoel, zelfs fijn gevoel, voor de schoonheden
4in de natuur is niet hetzelfde als godsdienstig
5gevoel; hoewel ik geloof dat deze twee na
6met elkaar in verband staan.
7Hetzelfde is het geval met het gevoel
8voor kunst_ Geef U ook daaraan
9niet al te veel over.1
10Behoud vooral ook liefde voor de zaak & voor uw
11werk/ & achting voor den Hr. Tersteeg/ gij zult
12later, beter dan nu, zien dat hij die verdient.
13Gij hoeft dit echter niet te overdrijven.
14Bijna iedereen heeft gevoel voor de natuur,
15de een meer de ander minder, maar weinigen
16zijn er die voelen: God is een geest en die Hem
17aanbidden moeten hem aanbidden in geest
18en in waarheid.─2 Pa is een van die weinigen,
19Moe ook, ik geloof Oom Vt ook.─
20Gij weet dat er staat “De wereld gaat voorbij
21en al hare heerlijkheid”,3 en dat er daarentegen
22ook gesproken wordt van “een deel dat niet
23zal weggenomen worden”/4 van “een bron van
24levend water springende tot in het eeuwige leven”_5
25Laat ons ook bidden dat wij rijk mogen
26worden in God.─6 Denk echter niet te
27diep over deze dingen, die U van zelf
28hoe langer hoe duidelijker zullen worden  1v:2
29en doe maar wat ik U heb aangeraden.
30Laat ons voor ons deel in het leven vragen
31te worden, armen in Gods koninkrijk,7
32Gods dientstknechten.8 Dat zijn wij echter nog
33niet, want dikwijls zijn er balken in ons
34oog9 die wij zelf niet kennen; laat ons
35er om vragen dat ons oog eenvoudig10 moge
36worden, want dan zullen wij geheel
37eenvoudig zijn.─
38Groete bij Roos & als er iemand naar
39mij mocht vragen, en geloof mij
40steeds

41Uw liefh. broeder
42Vincent


top