5Het overlijden van Weehuizen is zeker treurig, maar 6treurig op eene andere manier dan gij zegt.
7Houdt Uwe oogen open & tracht sterk & flink te 8worden.─ Zou dat boek van Michelet2 wel voor 9hem bestemd zijn geweest?
10Ik zou U wel iets willen voorstellen Theo, dat U 11misschien zal verwonderen:
12Lees niet meer in Michelet & in geen een 13ander boek (behalve in den bijbel) tot wij elkaar 14weer gezien hebben met Kersmis & doe wat 15ik U gezegd heb, ga s’avonds dikwijls uit bij 16v_ Stockum/ Borchers &c. Ik geloof gij daar 17geen spijt van zult hebben, gij zult U veel 18vrijer gevoelen zoodra gij dit regime begint.
19Wees voorzichtig met het woord dat ik in 20Uw brief onderstreept heb_3
21Er is stille weemoed, ja zeker, Goddank, 22maar ik weet niet of wij die al mogen 23hebben/ gij ziet ik zeg wij/ ik evenmin 24als gij.─
25Pa schreef mij laatst “Weemoed doet geen pijn, 26maar doet ons de dingen met een heiliger 27oog bezien”. Dat is de echte “stille weemoed”/ 28het fijne goud,4 maar zoover zijn wij nog 29niet, nog lang niet.─ Laat ons hopen & 30bidden dat wij zoover mogen komen & geloof 31mij steeds
34Ik ben reeds een klein eindje verder dan gij & zie 35nu reeds, helaas, dat het woord “La jeunesse & 36l’adolescence ne sont que vanité”5bijna geheel 37waar is.─ Houdt U dus ferm kerel, hartelijk druk 38ik U de hand_
-This letter is the reply to Theo’s letter 45, written on the same sheet.