Dezen morgen hoorde ik van Pa en van U het bericht van Oom Jan’s dood.─1 Zoo iets doet ons wel zeggen “Verbind Gij o Heer ons innig aan elkaar & laat de liefde tot U dien band meer & meer versterken »2 & Crains Dieu & garde ses commandements; car c’est là le tout de l’homme.3
In de eerste kist schilderijen die naar Holland gaat zult gij enkele lithographies & de bewuste gravure naar Rembrandt vinden.4 De twee lith. naar Bonington zullen wel naar Uw zin zijn. Bij de zelfde gelegenheid stuur ik U een paar phot. naar Jules Breton & Corot voor Pa, ik zal achterop “voor Helvoirt” zetten.
Van dien schilder Pynas, waarover gij schrijft, heb ik nooit gehoord, ik ben verlangend het bewuste schij te zien.5 Die lithographie naar Diaz “Un moine” ken ik ook niet.─6
ll. Zondag was ik op de Louvre, (zondag’s ga ik nog al eens daarheen, of naar de Luxembourg), ik wilde gij de v. Ostade eens zaagt, zijne eigene familie, hijzelf, zijne vrouw & ik geloof 8 kinderen, allen in ’t zwart, de vrouw & meisjes met witte mutsen & halsdoeken in eene deftige oudHollandsche kamer met grooten haard, eikenhouten beschotten & zolder & gewitte muren met schilderijen in zwarte lijsten. In den hoek van de kamer een groot bed met blauwe gordijnen & deken.7 De Rembrandt “Emmausgangers” waarover ik U schreef8 is gegraveerd,9 Messrs G&Co zullen de gravure in ’t najaar uitgeven. Komt gij wel eens bij Borchers aan huis, zijne moeder is dunkt mij eene deftige vrouw.10 Ga maar wat dikwijls uit, als gij kunt, ik bedoel natuurlijk bij Carolien v. Stockum, Carbentus, Haanebeek, Borchers &c.; niet bij Kraft11 of Marda hoor!12 of ’t moet zijn omdat ge niet anders kunt, dan kan ’t voor een enkele keer ook al geen kwaad.
Hoe is het in de zaak, ik weet er alles van hoe dat soms zijn kan, maar doe toch maar wat uwe hand vindt om te doen.─13
En heb het zoo goed mogelijk & schrijf weer eens spoedig. Steeds
Uw liefh. broeder
Vincent
Hierbij een briefje voor Borchers. Groeten aan allen bij Roos & aan elk die naar mij vraagt. B.14 zegt mij dat Weehuizen gestorven is,15 dat wist ik niet, zijt gij daar bij geweest.