Dank voor Uw laatsten brief & voor ’t vers van Rückert.
Zondag was ik weer bij M. Bercier, hij had tot tekst “Il ne vous est pas permis”,1 hij besloot met: Heureux ceux pour qui la vie a toutes ses épines.2
Ziehier een woord waarvan ik weet dat Oom Vincent veel houdt:
Jeune homme réjouis-toi dans ton jeune âge & que ton coeur te rende content aux jours de ta jeunesse, & marche comme ton coeur te mène & selon le regard de tes yeux, mais sache que pour toutes ces choses Dieu te fera venir en jugement. Ote le chagrin de ton coeur & éloigne de toi la malice, car le jeune âge & l’adolescence ne sont que vanité.
Mais souviens toi de ton Créateur pendant tous les jours de ta jeunesse, avant que les jours mauvais viennent & que les ans arrivent
1r:2 desquels tu diras: Je n’y prends pas plaisir.3 Toch vind ik nog mooier:
“Crains Dieu & garde ses commandements, car c’est là le tout de l’homme”.4 en “Que Ta volonté soit faite”5 en “Ne nous induis pas en tentation, mais délivre nous du mal”.6
Hierbij een briefje voor de Hr. Tersteeg.
Het is om hem te vragen of hij 2 gravures “Vendredi Saint”7 & “St Augustin”8 die gij in de volgende kist zult vinden, zou willen laten encadreeren. En gij zult wel zoo goed willen zijn die tegen 10 Sept.9 naar Helvoirt te zenden. Ik zou wel willen wij ze samen gaven, & betaal gij dus f. 2.50 aan de lijsten. Ik heb den Hr. Tersteeg gezegd dat gij mij zoudt schrijven wat zij kosten & dat ik hem dan het geld zou zenden; de f. 2.50 geeft gij mij als wij elkaar zien. Dat zal waarschijnlijk niet vóór Kersmis zijn, ik geloof het beter is ik vóór dien tijd geen verlof vraag. Van avond ga ik dineeren bij M. Hamman.─10 à Dieu, schrijf weer spoedig. & geloof mij