Een paar dagen geleden kregen wij een Schij van de Nittis, een gezicht in London op een regendag, Westminster Bridge & the House of Parliament.1 Ik ging elken morgen & avond over Westminsterbridge & weet hoe dat er uit ziet als de zon achter Westminster Abbey & the House of Parliament ondergaat & hoe het s’morgens vroeg is & s’winters met sneeuw & met mist.─
Toen ik dit Schij zag voelde ik hoe ik van Londen houd.
Toch geloof ik het goed voor mij is ik er van daan ben.─ Dit in antwoord op Uw vraag.─ Dat gij naar Londen gaat geloof ik zeker niet.─
Dank voor “Aus der Jugendzeit” & “Um Mitternacht” van Rückert.2 ’t Is roerend schoon; ’t laatstgenoemde deed mij denken aan “La nuit de Décembre” van Musset.3 Ik wilde ik U dat kon zenden, doch heb het niet.─
Gisteren hebben wij eene kist naar den Haag gezonden, waarin voor U, wat ik U beloofde.4
Ik hoor Anna en Lies t’huis zijn, ik zou hen wel eens willen zien. Heb het zoo goed mogelijk & schrijf weer spoedig. En te serrant la main.