1r:1
London:
25, Bedford Street, Strand.
w.c.
6 April 1875
Waarde Theo,
Dank voor je brief.─ Ik heb immers in je boekje Meeresstille van Heine geschreven?1 Eenigen tijd geleden zag ik een Schij van Thijs Maris,2 dat mij er aan deed denken.3
Eene oud Hollandsche stad, met reien bruinroode huizen met trapgevels & hooge stoepen, grijze daken, & witte of geele deuren, kozijnen & daklijsten; grachten met schepen & een groote witte ophaalbrug waar een schuit, met een man aan ’t roer, onder door gaat. ’t Huisje van den brugwachter, dien men door ’t raam in zijn kantoortje ziet zitten.─
Een eind verder, eene steenen brug, over de gracht, waarover volk & eene kar met witte paarden gaat.
En overal beweging, een kruier met
1v:2 zijn kruiwagen, een man die tegen de balie geleund in ’t water staat te kijken, vrouwen in ’t zwart met witte mutsen.
De voorgrond een kaai met straatsteenen & zwarte balie.
In de verte steekt een toren boven de huizen uit.
Eene grauwwitte lucht boven alles.
’t Is een klein Schij in de hoogte. Het sujet is bijna hetzelfde als de groote J. Maris, Amsterdam,4 die gij mogelijk kent, alleen dit is talent & ’t andere genie.
Ik heb weer een & ander voor je overgeschreven, dat ik bij gelegenheid stuur.
Denk om “La Falaise”5 & als je soms iets anders weet. Dat van Victor Hugo is mooi.6 à Dieu, groet Pa voor mij als gij hem ziet.7
Vincent