3’k Ben blij je in Michelet gelezen hebt & 4dat je ’t zoo begrijpt.– Zoo’n boek leert 5ten minste zien dat er heel 6wat meer in de liefde steekt 7dan de lui er gewoonlijk achter 8zoeken.–
9Dat boek is voor mij eene reve- 10latie geweest & een evangelie 11meteen_1
20Dat een vrouw “een heel ander 21wezen” dan een man is,
21a& een wezen dat wij nog niet kennen/ 21btenminste maar heel oppervlakkig 21zooals 22je zegt, Ja, dat geloof ik zeker.– 23En dat een vrouw & een man 24één kunnen worden, zegge 25één geheel & niet twee halven, dat geloof ik ook.–
26Anna houdt zich flink, wij 27doen heerlijke wandelingen 28samen, ’t is hier zoo mooi/ als 29men maar een goed & een- 30voudig oog4 heeft, zonder 31veel balken er in.–5
32Maar als men dat heeft dan 33is ’t overal mooi.–
34Pa is volstrekt niet beter,6 al 35zegt hij & Moe dat Pa het is.– 36Gisteren kregen wij een brief 37met allerlei plannen, (of wij dit 38niet eens zouden probeeren & dat) 39die onuitvoerbaar & zeker nutteloos 40zouden zijn & aan ’t eind zei 41Pa toch weer dat hij ’t maar 42aan ons zou overlaten7 &c_ &c. 43Nog al dun & naar, Theo & 44’t deed mij zoo aan Grootvaders8 45brieven denken, maar qu’y faire. 46Onze geliefde Tantes9 logeeren
1v:3 47er nu & doen zeker veel 48goeds!
49’t Is zooals ’t is & wat zal een 50mensch er aan doen, zooals 51Jong Jochem zei.–10
52Anna & ik zien trouw iederen 53dag de courant na & beant- 54woorden de advertenties als 55er iets instaat. Bovendien 56hebben wij ons reeds bij eene 57Governess agency laten inschrijven_ 58We doen dus wat we kunnen. 59Hoe meer haast hoe minder 60spoed.–
61’t Is goed je zooveel bij Haane- 62beek komt, groet allen daar 63hartelijk voor mij & vertel 64maar ’t een & ander van 65mij.–
66Dat schij van Thijs Maris dat de 67Hr Tersteeg gekocht heeft11 moet 68mooi zijn, ik heb er reeds van 69gehoord & heb zelf er een ge- 70heel in ’t zelfde genre gekocht 71& verkocht.–12
72Mijn teekenlust heeft hier in Enge- 73land weer opgehouden,13 maar 74misschien krijg ik den een of 75anderen dag weer een bui.–
1v:4 76Ik lees nu weer veel.–
77Waarschijnlijk gaan wij met 781o Januari 1875 naar een anderen/ 79grooteren winkel.– Mr. Obach 80is op ’t oogenblik naar Parijs 81om te beslissen of wij die zaak 82zullen overnemen of niet.–
85Heb het goed & schrijf ons weer 86spoedig.– Anna heeft nog 87al pleizier in schilderijen14 88& ziet nog al goed, vindt b.v. 89Boughton/ Maris & Jacquet 90reeds mooi, dat begint dus 91al.– Entre-nous, ik denk 92we wel moeielijk iets 93voor haar zullen kun- 94nen vinden, men zegt overal 95zij te jong is & men ver- 96langt ook Duitsch, maar 97hoe ’t ook zij, zij heeft zeker 98meer kans hier dan in 99Holland.– A Dieu_
101Je kunt denken ik ’t heerlijk 102vind met Anna samen 103hier te zijn.– Vertel den Hr. 104T. de schilderijen in goede orde zijn 105aangekomen15 & dat ik hem spoedig 106schrijf.–