1r:1
Londen 21 Juli 1874.
Waarde Theo,
Gisteren is er een kist naar den Haag gegaan waarin ik eene phot. naar J. Maris gedaan heb & ook de beloofde “Der Wirthin Tochterlein”,1 die je, hoop ik, beiden op je kamer zult hangen.─
In dezelfde kist is eene phot. naar Thijs Maris, voor den Heer Tersteeg.─2
Schüller te Parijs3 heeft mij van beiden 6 afdrukken gezonden, die ik noodig had om weg te geven.─ Van die naar Thijs Maris kan ik er geen meer missen.─
Anna & ik zijn goed & wel te Londen gearriveerd4 & zullen ’t hier wel stellen.─
1r:2
Ik zeg niet dat we spoedig iets zullen vinden, maar elken dag dat zij hier is, leert zij & in elk geval geloof ik er meer kans is hier iets voor haar te vinden dan in Holland.─
’t Is iets heerlijks voor mij s’avonds met haar hier door de straten te wandelen, ik vind dan alles hier weer even mooi als ik ’t vond toen ik pas hier was.─
Heb het goed, kerel, & groet ze bij Roos, Haanebeek & Carbentus5 van mij als je iemand van hen ziet.─
Ik ben aan ’t zwemmen leeren.─
Schrijf mij eens of je al in Michelet6 gelezen hebt & wat je daarvan denkt.─ Voor mij was dat boek eene revelatie.─ Adieu.
Vincent
Anna groet je.─