3Hartelijk dank 4voor je brief van heden morgen, 5dat was eene heerlijke verrassing, 6ik ben blij het jelui zoo goed gaat.
7Onze Anna is door haar Engelsch 8examen gekomen & door dat 9voor de handwerken, gij kunt 10denken hoe zij & wij allen het heer- 11lijk vinden.─1 Pa & Moe hebben haar 12voorgesteld om nog tot aanst. 13April op school te blijven & dan het 14Fransch te probeeren; maar als 15zij het liever niet doet hoeft zij 16niet.─ Ik zou zoo graag willen 17dat er hier iets voor haar te 18vinden was; gij weet wij daar 19wel eens over gesproken hebben.─
20Gij weet reeds dat Theo naar 21den Haag komt, ik vind dat 22eene goede verandering voor 23hem, hoewel het hem moeite
1v:2 24zal kosten, het mooie gezellige 25Brussel te verlaten.─
26Van je Pa2 heb ik eenigen tijd 27geleden ook een brief gehad & 28dien reeds beantwoord, gij zult 29dus waarschijnlijk reeds gehoord 30hebben dat het mij hier steeds 31goed blijft gaan & ook een & ander 32van mijne nieuwe woning 33hebben vernomen.─
34Wat gij van den winter zegt 35is quite right, ik denk er ook 36zoo over; ik voor mij weet 37haast niet van welk jaargetijde 38ik het meest houd; ik geloof van 39allen even veel.─
40Het is opmerkelijk dat de oude 41schilders bijna nooit herfst geschil- 42'derd hebben & dat de moderne er 43zulk eene bizondere voorliefde 44voor hebben.─
45Hierbij een paar kleine photogr. 46die hoop ik naar je zin zullen zijn_ 47Hier heeft men bijna geen albums 48zooals die in Holland, maar zoo-1v:3 49genaamde “scrapbooks” waarin 50men de photographiën zet zooals 51'ik ze in dezen brief doe, 51a(daardoor komt het dat wij de photogr. hier onopgeplakt hebben)3 51'hetgeen 52voorheeft dat men allerlei for- 53maten op het zelfde blad kan 54schikken zoo als men wil.─ Ik 55zou je aanraden je een soort 56schrijfboek met wit papier aan 57te schaffen & daar dezen in te zetten, 58om mede te beginnen.─
59“Un Baptême” is naar Anker,4 een 60Zwitser, die allerlei sujetten 61geschilderd heeft, allen even 62fijn gevoeld & intiem.─
63“Puritans going to church” is naar 64Boughton,5 een der beste schilders 65hier; een Amerikaan, hij houd 66zeer veel & terecht van Longfellow, 67ik ken 3 schilderijen van hem/ ge- 68nomen uit “the Courtship of Miles 69Standish”.─6 Door het zien van 70die Schijen ben ik er toe gekomen 71Miles Standish & Evangeline7 72nog eens te lezen, hoe het komt 73weet ik niet, maar ik heb nooit 74geweten, dat het zoo mooi was 75als ik het nu vind.─
76“Le bon frère” is naar van Muyden/ 77een Zwitsersch schilder/8 “encore 78plus de modestie que de talent.”─91r:4 79de Hr Post te s’Hage heeft dit schij_10 80Als ge eens bij ons in den winkel 81komt vraag dan eens om zijn (v_ Muyden’s) 82“Réfectoire”11 te zien.─ Van deze 83photographie12 bestaan niet meer 84dan 4 of 5 exemplaren daar het nega- 85tief gebroken is.─ Laat het eens bij gele- 86genheid aan Mr. Tersteeg zien.─13 87“La lune de miel” is naar Eugène 88Feyen/14 een der weinige schilders 89die het intieme moderne leven 90schilderen zooals het werkelijk 91is, & er geen modeplaatjes van maken. 92Die phot. “Der Wirthin Töchterlein” ken 93ik en vind ik zeer mooi.─15 Het 94is goed dat gij Bouguereau mooi 95vindt.─ Het is niet iedereen 96gegeven het goede & schoone zoo 97op te merken & te voelen als gij 98doet.─ En nu ga ik eindigen, 99ik sluit hier nog een schilderij 100van den herfst in door Michelet.16
101Ik hoop gij dezen zult kunnen 102lezen, ik heb maar voortgeschre- 103ven zonder er aan te denken dat 104men moet zorgen dat een 105brief leesbaar is.─ à Dieu, het 106beste Ulieden toegewenscht; veel 107groeten in de Poten17 & als gij verdere 108vrienden ziet.
110Je vois d’ici une dame,18 je la vois 111marcher pensive dans un jardin 112peu étendu, & défleuri de bonne 113heure, mais abrité, comme on 114en voit derrière nos falaises en 115France, ou les dunes de la Hollande. 116Les arbustes exotiques sont déjà 117rentrés dans la serre. Les feuilles 118tombées dévoilent quelques 119statues.─ Luxe d’art qui con- 120traste un peu avec la très-simple 121toilette de la dame, modeste, 122grave, où la soie noire (ou grise) 123s’égaye à peine d’un simple ru- 124ban lilas.─
125Parée de rien, on peut le dire, 126elle n’en est pas moins élé- 127gante.─ Elégante pour son mari 128& simple au profit des pauvres.─ 129Elle atteint le bout de l’allée, 130se retourne.─ Nous pouvons 131la voir. Mais ne l’ai je pas vue 132déja aux musées d’Amsterdam 133ou de la Haye? Elle me rap- 134pelle une dame de Philippe de 135Champagne (NB. au Louvre) qui m’était
2v:6 136entrée dans le coeur, si candide, 137si honnête, suffissament intelligente, 138simple pourtant, sans finesse 139pour se démêler des ruses du monde. 140Cette femme m’est restée trente 141années, me revenant obstinément, m’in- 142quiétant, me faisant dire “Mais comment 143se nommait-elle? Que lui est-il arrivé? 144a-t-elle eu un peu de bonheur? Et 145comment s’est-elle tirée de la vie?” 146Celle-ci me rappelle 147encore un autre portrait, un van Dyck, 148une pauvre dame, fort blanche, 149maladive. Le pâle satin de sa 150peau d’incomparable finesse, orne 151un corps souffrant, qui mollit.─ 152Dans ses beaux yeux flotte une 153grande mélancolie, celle de l’âge ─ 154des chagrins de coeur ─ du climat 155aussi peut-être. C’est le regard 156vague, lointain, d’une personne 157qui a eu habituellement sous les 158yeux le vaste Océan du Nord, la 159grande mer grise, déserte, 160sauf le vol du goëland.─