3Dank voor je brief, 4die mij veel genoegen deed. 5Ik ben blij dat het je goed gaat, 6& ’t je bij Mr_ Schmidt aan huis 7bevallen blijft. Mr. Obach 8had met pleizier kennis met 9je gemaakt.1 Ik hoop dat 10wij in ’t vervolg veel zaken 11met jelui zullen doen. 12Dat schij van Linder2 is zeer 13mooi.
14Wat de photogravure betreft/ 15ik weet wel zoowat hoe 16zij gemaakt worden, maar 17heb het niet gezien, en ’t is 18mij niet helder genoeg 19om het uit te leggen.–3
20De Engelsche kunst trok 21mij in ’t begin niet erg 22aan, men moet er aan wen- 23nen. Er zijn echter knappe 24schilders hier, o.a. Millais 25die “The Huguenot”, Ophelia &c_ 26heeft gemaakt, waarvan je 27de gravures wel zult kennen,4 28dat is zeer mooi. Dan 29Boughton, van wien je de 30“Puritains allant à l’église”/1v:2 37in onze Galerie photographique,5 38kent, van hem heb ik zeer mooie 39zaken gezien. Verder onder 40de oude schilders Constable/ 41dat is een landschapschilder 42die een jaar of 30 geleden leefde/ 43dat is prachtig, het heeft iets 44van Diaz en Daubigny, en 45Reynolds en Gainsborough 46die vooral zeer zeer mooie 47vrouwenportretten hebben 48geschilderd en dan Turner 49naar wien je wel gravures 50zult gezien hebben.–6
51Er wonen enkele goede 52Fransche schilders hier/ o.a. 53Tissot, naar wien verscheidene 54phot. in onze Gal. photogr. 55zijn,7 Otto Weber en Heilbuth. 56De laatste maakt tegenwoor- 57dig juweelig mooie schilde- 58rijen in den trant van dat 59van Linder.–
60Gij moet mij bij gelegenheid 61eens schrijven of er 62photographien naar Wauters 63zijn behalve Hugo v.d. Goes en 64Maria van Bourgondie8 en 65of je ook photographies kent 66naar schilderijen van 67Lagye en de Braekeleer.
1v:3 68Dat is niet den ouden de 69'Braekeleer dien ik bedoel 70maar ik geloof een zoon van hem 71die op de laatste tentoonstelling 72te Brussel 3 prachtige schil- 73derijen had/ getiteld Anvers, 74L’école en L’atlas.–9
75Het gaat mij hier goed, ik 76wandel veel, het is, hier waar 77ik woon, eene stille/ gezellige 78en frissche buurt, ik heb dat 79wezentlijk goed getroffen. 80Toch denk ik wel eens met 81weemoed aan de heerlijke 82Zondagen te Scheveningen10 83en zoo voorts, maar daarom 84niet getreurd.–
85Je zult zeker gehoord hebben 86dat Anna te huis, en niet 87wel is,11 dat is een slecht 88begin van hare vacantie 89maar wij willen hopen 90zij nu reeds beter is.–
91Dank voor wat je mij van 92schilderijen geschreven hebt. 93Als je ooit iets ziet van Lagye, 94de Braekeleer, Wauters, Maris/12 95Tissot, George Saal, Jundt/ 96'Ziem/ Mauve/ moet je mij dat 97vooral schrijven, dat zijn 98schilders waarvan ik veel 99houd en van wien je waarschijn-1r:4 100lijk wel eens iets zien zult.
101Hierbij eene copie van dat 102vers van dien bewusten schilder 103“die trad in de Zwaen, de 104herberg waer hij besteed was”13 105dat je je wel herrinneren zult. 106Dat is echt Brabant en ik 107houd er zoo veel van, Lies 108schreef het voor mij over 109den laatsten avond dat ik te 110huis was.–14 Wat zou ik je 111graag eens hier hebben, wat 112hebben wij te s’Hage prettige 113dagen samen gehad, ik denk 114nog zoo dikwijls aan dien wan- 115deling op den Rijswijkschen weg 116waar wij aan den molen na 117den regen melk gedronken 118hebben.–15 Als de schilderijen 119die wij van jelui hebben/ teruggaan, stuur 120ik je een portret van dien molen 121door Weissenbruch,16 je herrinnert 122je misschien wel/ den vrolijken Wijs 123is zijn bijnaam/ “prrrachtig zal 124’k maar eens zeggen”.–17 Die Rijs- 125wijkschen weg heeft voor mij herrin- 126neringen die misschien de heerlijksten 127zijn die ik heb. Als wij elkaar 128eens spreken hebben wij het daar 129misschien nog wel eens over.
130En nu kerel/ heb het goed, denk 131van tijd tot tijd eens aan mij en 132schrijf mij eens spoedig, het is zoo’n ver- 133kwikking voor mij als ik een brief krijg_
31Mijne groeten aan 32Mr_ Schmidt en Eduard.18 33Hoe gaat het met Oom Hein 34en Tante, schrijf mij daar eens 35wat van, komt gij er dikwijls_ 36Groet hen hartelijk voor mij_