1r:1
Parijs 16 Augustus

Beste Vincent,
Je brief voor Cor hebben we ontvangen en hem van morgen overhandigd want hij is al vroeg, om 6 uur hier aangekomen.1 We vinden het toch zoo prettig dat hij nog zijn reis naar Southampton over Parijs heeft kunnen nemen – naar alle waarschijnlijkheid is het toch voor langen tijd, dat hij weggaat en ’t zou Theo vooral erg gespeten hebben als hij hem niet nog eens gezien had. We zijn al  1v:2 dadelijk van morgen begonnen hem de stad te laten zien, van de Place de l’Etoile tot de place de la Bastille en hij was er erg over verrukt–.2
Theo was wel een beetje te leur gesteld dat er voor hem geen lettertje bij was – toe schrijf je hem gauw eens – al is ’t maar één woordje – we zijn zoo verlangend van je zelf te hooren, hoe het je gaat en hopen zoo van harte dat je je gauw weer beter zult voelen. Je weet niet hoe dikwijls er aan  1v:3 je gedacht en over je gesproken wordt. Moe schreef ook, dat zij weer naar een brief van je verlangde – weet je wat Cor me van morgen van haar meebracht – een paar allerliefste kleine sokjes voor ons jongentje – (want ik blijf er toch maar bij, dat het een jongentje zal zijn – al lach je er me om uit!).
Als je kunt laat je Theo dan gauw iets van je hooren – hij verlangt er zoo naar. In gedachten een hartelijken handdruk van

Je liefhebbende
Jo

Theo is gelukkig weer in orde.

top