1r:1
1Waarde Theo,
1*Het is op het oogenblik dat mijn
2geld geheel op is – geheel – dat ik U nog eens
3schrijf_
4Als gij iets zenden kunt/ al was het vijf francs/ laat
5het niet/ er zijn nog 10 dagen in de maand en
6hoe moet ik ze doorkomen_– Want ik heb absoluut
7niets meer. Zelfs bij den bakker niets meer_1
8Ik weet alleen dat al die dingen mij beslist
9doen zien dat ik niet anders kan dan
10zoo als ik U heb geschreven. Namelijk
11het naar Parijs gaan niet uitstellen.–
12Gij zult overigens aan het laatste werk dat gij
13'nog niet hebt gezien wel merken dat als ik
14het schilderen wat rusten laat ik dit heel kalm
15doe want het werken met de kwast zal mij zoo ligt
16niet ontgaan.–
17De teekeningen naar het antiek2 zal ik U ook sturen/
18dat is mij ongewoon en ik zal het nog anders krijgen_
19– Zoo als ik overigens van daag een vrouwentors3 afmaakte
20die van modelé meer gedistingueerd is en minder brusque
21dan de eersten/ waar de figuren onwillekeurig
22iets van boeren of houthakkers hebben.
23Als ik niet ziek geweest was &c_ zou ik overigens
24meer hebben kunnen doen hier.
25Hetgeen wij te doen hebben is heel bedaard vooruit-
26gaan – maar aan dat teekenen is niets te doen
27en het heeft het meeste haast.
 1v:2
28En ik weet het zoo zeker/ dat het mij helpen
29zal bij Cormon als ik den tusschentijd aan
30niets anders besteed dan aan teekenen.
31Cormon zal met de anderen gemeen hebben
32dat hij niet veel tijd heeft/ hoe hij overigens ook
33zijn moge_– En wie om raad wil gaan
34bij die lui moet het zijne van zooveel
35mogelijk reeds weten meebrengen_
36En dat zoogoed als allen die bij hem
37op ’t atelier zijn heel wat antiek hebben door-
38gemaakt en dat men zich (hoe vrij/ hoe
39liberaal overigens ’t atelier ook zij) –
40daarop nog al baseert/ dat is bepaald
41te voorzien. Laat ons dus het met verstand
42doen. Om studies die men buiten maakt
43geven zij wel iets maar niet veel. En de lui
44die in Parijs geweest zijn zeggen mij allen
45datzelfde – Ik zal bij Cormon de een
46of andere proef moeten schilderen van
47'een naakt figuur naar de natuur – denkelijk4
48en hoe meer ik van te voren de structuur
49in ’t hoofd heb/ hoe beter en hoe meer
50hij mij dingen zal kunnen en willen
51zeggen.–
52En verder/ wij kunnen dan eens zien
53of wij het zamen kunnen vinden –
54ik hoop dat wel – maar viel het ons
55eens niet mede/ dan wisten wij daaromtrent
56iets meer degelijks als wij eerst een
57paar maanden die voorloopige proef
58hadden gedaan.–
 1v:3
61Ik geloof wel degelijk dat wij ons houden
62kunnen en er boven op komen_
63Maar het zou gekkewerk zijn indien wij
64het niet in alle bedaardheid en kalmte
65overlegden_ En op onze gezondheid
66moeten we/ zoowel gij als ik/ letten_
67En wat ik zeg over direkt naar Parijs komen
68is een bezuiniging voor U want met
69heen & weer trekken/ met betrekkelijk duur
70werk in Brabant beginnen
71komen wij er niet met het gewone/ en
72te Parijs wel. En valt het mee met het
73geld/ des te beter/ dan zijn we minder ge-
74gêneerd en konden tegen den zomer
75vooruit ons wat voorzien van schildergerij
76zoodat niet alles op eens komt_
77Neem het mij niet kwalijk dat ik ook
78eens bereken het mogelijke en het
79onmogelijke_
80Ik herlees weer het boek van Bracquemond.5
81en ik vind het hoe langer hoe mooier.
82Ik merk wel dat gij het direkt
83naar Parijs komen niet met mij
84eens zijt want anders hadt gij me  1r:4
85wel reeds geantwoord. En toch
86is het beter het direkt gebeure – ik
87ben hier in de gelegenheid er lui die
88terdeeg goed werken over te raadplegen
89en ik heb de volle overtuiging dat
90het zoo ’t beste ware.
91Overigens ’t had al eer kunnen gebeuren.
92Het ging in den laatsten tijd
93te slecht en ik zat te veel vast_
94En wij moeten dus dien coup de
95collier geven_
96Til het overigens niet te
97zwaar want we zullen
98niet mislukken_
99Maar wat ik U zeg is zoo –
100van dat ik dezen brief wegstuur
101tot dat ik uw antwoord ontvang/
102dat dezen echter hoop ik kruist/
103ben ik zonder iets en is ’t weer
104vastendag–.
105Enfin.– we willen hopen
106dat over een poos we zamen
107zijn – en het allerergste geleden_a
108Gegroet/ met een handdruk_

109b. à t_
110Vincent

111'Ik las dezer dagen Dumas/ Dame aux camelias/6
112 dat is zeer mooi – kent ge het_

59ik vertrouw de lui niet waar ik woon/7 als ge zoo als laatst een brief
60met geld stuurt is het secuurder maar aan te teekenen om die reden.


13 als ik < als
47 denkelijk – < denkelijk
111 Dumas < Damas
top