1r:1
Waarde Theo,
ik heb U eergisteren reeds geschreven dat aan den eenen kant ik bij lange na niet wel was maar dat van den anderen kant ik toch licht meende te zien.–
Nog meer categorisch moet ik tot mijn spijt U echter melden dat zeer gedecideerd ik letterlijk uitgeput en overwerkt ben. Als ge nagaat dat ik 1 Mei in mijn eigen atelier ging wonen –1 is het sedert misschien een keer of 6 of 7 geweest, tot nu toe, dat ik er mijn middageten heb afgenomen. Ik wil niet, om goede reden, dat gij aan Moe zegt dat ik niet wel ben – want zij zou er mogelijk over na denken dat het niet aardig was dat gebeurde wat gebeurde, n.l. dat ik er niet bleef – juist om deze gevolgen. Ik zal er niets van zeggen, zeg gij ook niets.– Maar ik heb toen geleefd, en sedert hier, nieta hebbende voor mijn eten omdat het werk me te veel kost en ik heb er te veel op gesteund dat ik het zoo wel uit zou houden.–
Hetgeen de dokter mij zegt is dat ik absoluut sterker moet leven en dat ik totdat ik sterker ben mij moet ontzien met mijn werk.2 Het is een verzwakking van alles.
Nu heb ik het erger gemaakt door veel rooken, waar ik juist te meer aan deed omdat men zoodoende van zijn leege maag geen last heeft.–
Enfin men zegt – manger de la vache enragée, het is dat waar ik mijn part van heb.–
Want het is niet alleen het eten, het is tevens al de zorg & verdriet die men heeft.–
Ge weet dat door een en ander dien tijd in Nuenen lang niet zonder zorg voor me was.  1v:2 Verder – hier – ik ben heel blij hierheen gegaan te zijn – maar het is ook een moeielijken tijd geweest toch.–
Wat we moeten doen en waar het hem grootendeels schort – is dit.– Zelf de modellen betalen is te zwaar, men moet zoolang men geen geld genoeg heeft zich bedienen van de gelegenheden op de ateliers, zooals Verlat, zooals Cormon. En men moet in de artistenwereld zijn en verder werken op clubs waar men zamen de modellen betaald.–3
Nu is het zoo dat ik niet vroeger hier op heb gedacht of althans het niet gedaan – maar ik wou nu wel dat ik een jaar vroeger er mede was begonnen.– Kon het nu dat wij verder er iets op vonden om in dezelfde stad te wonen, het ware zeker verreweg het beste, althans voorloopig.–
Alleen, naarmate ik er over denk verbeeld ik mij meer en meer dat het misschien beter is het eerste jaar niet veel aan een atelier te besteden omdat ik dat eerste jaar grootendeels zal moeten teekenen.
Want van Cormon gesproken – ik stel mij voor hij me ongeveer ’t zelfde zou zeggen wat Verlat zegt – dat ik naakt of antiek moet teekenen een jaartje, juist omdat ik altijd naar ’t leven heb geteekend.
Deze eisch is ook niet hard want ik zeg U dat er hier zijn die al 3 jaar er op zitten en er nog niet af mogen, die ook schilderen.
 1v:3
In dat jaar moet ik en ’t mannen- en ’t vrouwenfiguur, en in detail en als ensemble, repeteeren en – dan zal ik het als ’t ware van buiten kennen. Het teekenen op zich zelf, technisch, is mij makkelijk genoeg – ik begin het te doen zoo als men schrijft, met ’t zelfde gemak.– Maar juist op die hoogte wordt het interessanter als men met de handigheid die men langzamerhand krijgt niet tevreden is maar goed degelijk zoekt naar oorspronkelijkheid en breedheid van opvatting.– Het teekenen der massas in plaats van de contours. Het solide modeleeren. En als nu lui zooals laat ons zeggen Verlat of Cormon dat eisschen van iemand, verzeker ik U dit geen slecht teeken is.– Want er zijn er genoeg die Verlat eenvoudig maar laat scharrelen omdat – het de lui voor ’t hoogere figuur toch niet zijn. Gij spreekt over de knappe lui op dat atelier Cormon.4 Juist omdat ik verdomd graag er mee mee wou doen, stel ik me zelf uit eigen overtuiging reeds van tevoren dien eisch van te Parijs althans een jaar grootendeels aan teekenen te besteden van naakt en antiek.– Laat ons overigens doen wat de hand vindt om te doen5 van schilderen als ons een effekt buiten treft of we eens een mooi model hebben &c.
En meen niet dat dit de lange weg is want het is de korte. Wie uit ’t hoofd zijn figuurtje kan maken is veel productiever dan wie dat niet heeft.– En door die moeite me te geven van dat jaar teekenen – zult ge eens zien hoe productief we worden.–
 1r:4
En meen ook niet dat de jaren dat ik buiten werkte weg zijn.– Want het is juist een ding dat degenen die nooit ergens anders dan op akademies & ateliers zijn, mankeert den blik op de werkelijkheid waar ze in zijn en het motieven kunnen vinden.– Enfin.–
Ware het nu niet verstandig als we het eerste half jaar althans het huren van een atelier nog daar lieten, juist omdat het op ’t geld zoo aankomt. Maar anders heb ik er veel, zeer veel sympathie voor een atelier te stichten.– Zelfs zoo dat desnoods men zich combineerde met andere schilders om zamen modellen te nemen. Hoe meer energie hoe beter. En in een duren tijd6 – moet men juist het in de vriendschap zoeken en in het zamen werken.–
Maar Theo het is nu bedonderd van die ongesteldheid – het spijt me gruwelijk – maar ik heb toch goeden moed.– Het zal zich redresseeren. Ge begrijpt dat als ik uitstelde er tegen te reageeren, het al erger en erger zou zijn geworden.
Wat ik echter denk is dit – Men moet niet denken dat de lui wier gestel geabimeerdb is, heel of half, voor ’t schilderen niet deugen.– Het is wenschelijk men 60 jaar althans hale, en noodig men 50 jaar hale, als men omstreeks zijn 30ste begint.–
Maar men hoeft volstrekt niet volmaakt gezond te zijn, men mag van alles mankeeren. Het werk lijdt er niet altijd onder – integendeel de zenuwachtige lui zijn gevoeliger en fijner. Maar Theo juist omdat het voor mij zich zoo beslist dat er aan de gezondheid nog al wat te kort komt – ik ben besloten mij toe te leggen juist op ’t hoogere figuur en mij te zoeken te verfijnen.
 2r:5
Het is mij betrekkelijk zoo onverwacht op ’t lijf gevallen – ik voelde mij wel slap en koortsachtig maar ik ging toch door.– Alleen het begon mij te verontrusten dat telkens en telkens er een tand afbrak.– En dat ik er slechter en slechter ging uitzien.– Enfin wij zullen er ons zien uit te helpen.–
Ik geloof dat het herstellen van de tanden op zichzelf al helpen zal omdat, meestal pijn in den mond hebbende, ik mijn eten maar zoo gaauw mogelijk doorslikte.
En het zal me ook ietwat althans helpen voor mijn uiterlijk misschien.
Wat deze maand betreft, ik heb mijn kamer vooruit betaald, frs 25, voor mijn eten frs 30 vooruit en frs 50 aan den dentist, verder een visite aan den dokter en nog teekengerij – resteert frs 6.–
Nu is het de kwestie deze maand niet ziek te worden, wat niet makkelijk op te lossen is – en wat best wel zou kunnen gebeuren.– Maar wij willen toch zien – ik geloof steeds dat ik een zekere taaiheid met de boeren gemeen heb, die ook niet veel bijzonders eten en toch blijven leven en doorwerken. Maak U er ook niet buitengewoon bezorgd over.– Kunt gij nog wat bij sturen, goed – maar kan het niet, dan blijf ik het kalm afwachten hoe het gaat.–  2v:6 Wat mij niet bevalt is dat ik koortsachtig ben en ik redeneer er zoo over dat al moge ik verzwakt zijn, ik heb toch een zekere zorg gehad om geen ongezond voedsel te gebruiken.– Overspanning is ook niet overmatig – omdat ik met opgewektheid hier ben steeds, onder alles door – dus het is door dat ik zwak ben dat het me overspant. Mij dunkt het moet losloopen.– Ge begrijpt dat echter als het erger werd – en een kwaadaardigen keer nam – men een typhus of typheuse koortsen althans zou kunnen door te maken hebben.–
En eigentlijk zijn de eenige redenen waarom ik dat niet zeker verwacht deze – 1 dat ik veel buitenlucht heb gehad, en 2 dat zoo als ik zeg, ik ook als ik me blijkbaar niet krachtig genoeg heb gevoed, toch juist voorzigtigheidshalve het met heel eenvoudig voedsel heb gedaan inplaats van de vuiligheden der mindere restauraties – en 3 – dat ik een zekere kalmte en sereniteit heb tegen de dingen in.–
We moeten dus afwachten verder.– Maak U er niet ongerust over want ik ben ’t zelf niet eens – ik blijf daarbij dat stel ik kreeg eens koorts, ik te eenvoudig heb geleefd en me gevoed dan dat het erg kwaadaardig kan worden zoo heel ligt.– De dingen komen après tout niet van zelf en alles heeft zijn reden.
 2v:7
Schrijf mij echter eens spoedig want ik heb daar wel behoefte aan.–
Wat het naar Nuenen gaan betreft ook – wil ik wel weten wat ge ’t best zoudt vinden.–
Maar noodig ben ik er niet – want iemand als de tuinman Rijke7 b.v. kan minstens even goed als ik het beredderen wat er van inpakken of verzenden te doen zal zijn.
Tegen Maart echter, als ’t ergens goed voor mogt wezen, ben ik desnoods klaar.
Gegroet, met een handdruk.

b. à t.
Vincent.

top