1r:1
Waarde Theo,
Dank voor uw brief en ingesl. frs 150.– Wilde U zeggen dat ik blij ben naar hier gegaan te zijn. ik heb verl. week nog 3 studies geschilderd, een met achterkanten van oude huizen – uit het raam bij mij gezien1 – twee in het park.2 Een daarvan heb ik bij een marchand geexposeerd.– Verder heb ik ook bij twee anderen hetgeen ik van buiten medebragt in commissie gegeven.3 bij een vierde kan ik een gezigt op de kaai exposeeren zoodra ’t weer me toelaat het te maken,4 omdat hij een Mols had waar hij wel iets bij wilde hebben. Verder heb ik van dien laatstgenoemde nog een adres gekregen waar hij mij verzekerde ik goed ontvangen zou worden.– Nu zijn deze marchands niet de grootsten van Antwerpen maar toch zag ik bij allen, onder veel wat mij niet aanstond, zulke dingen als me bevielen, b.v. bij één een schij van v. Goyen en een studie van Troyon, bij den ander een Mols en kleine hollandsche schilderijtjes – bij een ander dat kleine schij dat ik U zeide als Raffaelli was – het is van Moormans5 – en enkele goede aquarellen – bij een ander diverse goede marines van jonge belgen. Figuren zag ik er al heel weinig en ik ben voornemens te trachten wat figuren te maken daarom.
 1v:2
Het adres dat die bewuste marchand me opgaf is juist van een van de groote handelaars (Nicolié)6 die geen etalage hebben maar in een gesloten huis hun exposities houden. Ik wil daar echter met figuur komen.
Dan ik heb ook nuttige ressources ontdekt voor verf &c. waar ik vrij goedkoop teregt zal kunnen. Ik heb ook Linnig7 opgescharreld die gij mij van den zomer, toen ik U vroeg of ge in Antwerpen lui kendet, noemdet – maar hij heeft niets dan wat miserable oude schilderijtjes, schildert zelf zoowat als Vertin8 maar scheen mij toe een gedecourageerd man te zijn voor zoover hij ooit courage moge gehad hebben, wat ik niet op veel schat.– Al deze heeren klagen echter steen & been over dat er niets omgaat. enfin dat is geen nieuws. Ik hoop binnen kort dat Schij waar ge over schrijft te gaan zien.– Ik heb het echter druk met heen & weer loopen gehad, & nog, om die lui op te sporen, en tevens ook de jagt op modellen. Dat laatste is steeds geducht bezwaarlijk maar ik heb ’t elders wel gevonden & dus ik zal ook hier zien. Ik heb voor morgen afspraak met een prachtigen ouden man – zal hij komen???
 1v:3
Ik heb heden mijn voorraad verf die ze uit Eindhoven me nastuurden gekregen & betaald, over de frs 50. Het is hard, geducht hard te blijven werken als men niet verkoopt, en letterlijk zijn verf te moeten betalen van wat voor eten & drinken & wonen alleen niet veel te veel zou wezen, zuinig genomen. En dan bovendien de modellen. Enfin. Toch is er een kans en zelfs een goede, want er zijn er betrekkelijk weinig die tegenwoordig werken. Dit is hun m.i. maar half (voor de andere helft wel) kwalijk te nemen want het is soms te bar. Toch bouwt men rijksmuseums van honderdduizenden & soortgelijke zaken maar de artisten creveeren bijwijlen. Maar wat er ook van dit alles zij, het was mij behoefte zelf eens weer in de dingen een kijkje te gaan nemen en de kans om iets te doen is niet minder, eer heel wat meer dan ik veronderstelde. Ik heb verscheiden photos naar Jan v. Beers gezien. Sommige dingen van hem zijn toch met veel karakter gedaan. Maar ik verbeeld me dat iemand als b.v. Manet zeer veel meer schilder is dan v. Beers. en het mooier, artistieker doet.– Als ik hier wat meer bekend was, als ik de modellen die ik zag krijgen kon!– Gisteren was ik in het café concert Scala,9 iets als Folies bergère10 – ik vond het er saai en natuurlijk afgezaagd maar – ik heb mij geamuseerd met de toeschouwers.  1r:4 Er waren prachtige vrouwenkoppen, werkelijk buitengewoon mooi, onder de brave burgerluidjes op de achterste banken, en in ’t algemeen vind ik het wel waar wat men van Antwerpen zegt, dat de vrouwen er mooi zijn.
Ah! ik zeg het nog eens, als ik modellen naar mijn keus kon krijgen! Wat me zeer koel laat zijn de massa duitsche meiden, allen naar een model gefabriceerd zou men zeggen, die men bij de cafe concerts ziet. Dat zelfde ras ziet men, schijnt het, tegenwoordig overal, net als het beiersch bier. ’t schijnt een artikel te wezen dat en gros geexporteerd wordt. Ik vind al die duitsche elementen, die waar men ook komt zich tegenwoordig nestelen, zoo gloeijend vervelend. In Parijs zal ’t wel net eender zijn dat de moffen zich overal indringen. Enfin ’t is een vervelend ding om over te praten.
Door het zien van wat schilderijen van anderen heb ik allerlei idees voor als ik in ’t voorjaar weer buiten zal zijn, tevens in ’t algemeen versterkt zich mijn vertrouwen om met alle kracht die maar disponible is door te gaan. Antwerpen is mooi van kleur en alleen om de motieven is ’t de moeite waard.
Ik heb op een avond een bal populaire van matrozen &c. gezien bij de dokken – dat was alleraardigst en het ging er zeer fatsoenlijk toe. Dat zal echter niet op alle van die bals ’t geval zijn. Hier was niemand b.v. dronken of niemand dronk ook veel.
 2r:5
Er waren zeer mooie meiden, van welke de allermooiste leelijk. Ik bedoel, een figuur dat mij frappeerde als een verbazend mooie Jordaens of Velasquez of – Goya – was een in ’t zwart zij, een of andere herbergierster denkelijk, met een gezigt leelijk en onregelmatig maar met een leven en piquant à la Frans Hals. Zij danste uitmuntend met ouderwetsche manieren – o.a. eens met een soort welgesteld boertje die een groote, groene parapluie onder den arm had, ook terwijl hij verbazend vlug walste. Andere meiden droegen gewone jakken & rokken en roode doeken – de matrozen, kajuitsjongens &c., alleraardigst. Types van gepensioneerde scheepskapteins die kwamen kijken. Bijzonder echt. Het doet goed lui te zien die zich waarachtig amuseeren.11
Nu, gij ziet dat ik niet stil zit – maar hoe geducht bezwaarlijk het is court d’argent te zijn, ik kan ’t niet genoeg zeggen.– Mijn beste kans is in figuur omdat er maar heel weinig betrekkelijk zijn die het doen en die kans moet ik werk van maken. Ik moet mij hier er in werken totdat ik met goede figuurschilders in relatie kom – Verhaert12 b.v., 
en dan is portretten maken, stel ik me voor, ’t middel om wat te verdienen voor grootere dingen.–
 2v:6
ik voel een kracht in me om wat te doen. ik zie dat mijn werk zich houdt tegen ander werk en dat geeft mij een verbazenden lust om te werken, en in den laatsten tijd dat ik buiten was, was ik beginnen te twijfelen juist omdat ik merkte dat Portier blijkbaar er niet meer om geeft.13
Als ik het ruimer had dan zou ik er wel meer kunnen maken. Maar ik ben voor een deel afhankelijk van mijn beurs wat produceeren betreft.
Ik heb ook een idee voor een soort enseignes14 dat ik hoop uit te voeren. Ik bedoel b.v. voor een vischkooper stilleven van visschen, voor bloemen, voor groenten, voor restaurant.– Mij dunkt dat als men goed gearrangeerde motieven nam – groot – 1 meter bij 1/2 meter of 3/4 b.v., zulk een doek mij 50 frs zou kosten, niet meer – desnoods 30 frs als ’t meevalt. en het te probeeren ware er eenigen te maken.
Zooveel is zeker, ik wil gezien worden – later zullen we ons mogelijk moeten decourageeren  2v:7 maar we zullen het erg uit zien te stellen.–
Als ge tijd hebt, schrijf mij nog weer eens. Het eind van de maand zou zeker bar zijn tenzij gij me dan nog wat kunt steunen. Er hangt voor mij zooveel misschien van af voet bij stek te kunnen houden.–
En men mag er ook niet hongerig of beroerd uitzien. Integendeel, men moet zien mee te werken om leven in de brouwerij te brengen.
Gegroet, met een handdruk.

b. à t.
Vincent

top