1Waarde Oom,

2Theo naar U toegaande1
3en ik een verzoek aan U hebbende_/
4maak ik van deze gelegenheid
5gebruik U ’t volgende te vragen.
6Of U me wilt toestaan Uwe
7schilderijen eens te komen zien
8– ik heb in lang geen schilderijen gezien
9en heb er zulk een verlangen naar
10dat ik over alles heenstap om U
11dit te vragen_–2

12Theo heeft twee kleine studies van
13me bij zich – de kleur van beiden
14is kouder dan ik goed
15vind. Twee anderen heb ik in ’t zelfde
16formaat die warmer zijn_3

17Indien U welligt oude cannelure
18lijstena mogt hebben die U niet
19direct gebruikt zou een ruil
20van eene van deze 4 studies tegen een lijstje
21mij aangenaam zijn_–

22Achtend

22*Uw dr

23Vincent