1r:1
1Waarde Theo,
1*met dit
2woordje zeg ik U vast goeden dag_1
3Ik wou het U convenieerde
4met Uw vriend Bonger van
5middag voor ge gaat eten/
6dus – laat ons zeggen tusschen
73 & 5 even bij mij een
8kijkje te komen nemen.
9Ik dacht dit misschien ’t beste
10uit zou komen – daar ze U dan
11’t huis toch den heelen avond hebben_
12Daar men op ’t veld aan het
13korenmaaien is/ ben ik nog
14al bezet
14awant ge weet/ dat duurt maar weinige dagen en is
14bzeker bijna het allermooiste_
15Maar ik zorg heden bij mij op
16de werkplaats te wezen tusschen 3 & 5_
17S’avonds kom ik nog wel eens
18bij moe t’huis praten_
19Maar overigens moet ge me
20niet kwalijk nemen dat ik
21doorwerk.
22Met een handdruk_

22*b. à t_
23Vincent


top