1r:1
1Waarde Theo,
1*Dat gij mijn laatste schrijven “al bij-
2zonder onaangenaam” noemt/ heb ik nog al heel
3'wat op te zeggen_
4Vooreerst dit – een tijd geleden schrijft gij mij diverse
5onaangenaamheden1 – die ik van U en anderen
6nu ruim 15 jaar al hoor – dat’s een heele tijd –
7over de verhouding t’huis_
8Met dit nog speciaal er bij “dat ge achterdochtig
9'zijt”. Indien ’t nu alleen ’t eerstgenoemde
10was had ik er waarschijnlijk niet meer op
11geattendeerd.
12Het toevoegsel van uw achterdocht echter/ dat was
13me wat bar en heb ik herhaaldelijk U verzocht
14terug te nemen of te expliceeren/ want zoo iets laat
14aik ook niet zeggen zonder inlichting te vragen.–
15En in mijn laatsten brief heb ik in ’t algemeen
16achterdocht vergeleken met een zwartglas
17waardoor men kijkt_
18En gezegd dat de leelijkste misverstanden erdoor
19ontstaan.
20En dat is waar_
21Indien ge dit nu omdraait en mij schrijft:
22“ge doet me denken aan de oude menschen die zeggen
23dat het in hun jongen tijd beter was dan nu/ er bij
24vergetende dat ze zelf veranderd zijn”/
25zoo brengt me dit niet van mijn stuk_
26Hetgeen waar we ’t over hadden is achterdocht/
27die niet ik doch ge zelf noemt/ van U tegen mij_ pas dat
28van de oude menschen primo daarop toe en zie
29daarna of ’t verder ook op mij slaat_
30Past het daarna ook op mij – dan heb ik me
31te veranderen.
32Wat ik schreef over een zekere stemming
33t’huis die ik meer dan me lief is
34gelegenheid had te observeeren/ is vrees ik  1v:2
35maar al te waar_
36Indien ge in uw brief me vraagt hoe
37het komt dat ge me nooit hoort zeggen
38“ik wou zus of zoo zijn” –
39is – omdat ik meen dat wie ’t meest
40te koop loopen met “ik wou zus of zoo zijn”
41’t minst doen om zich zelf te verbeteren_
41aWie ’t zeggen die doen ’t meestal niet.
42Indien ik me uitliet over zulke
43wenschen/ ’t zou niet ligt wezen
44in een stemming als nu tusschen
45ons is_
46Dus dat komt daarvan – en waar ik me
46amoeite geef om mijn werk te verbeteren hoef ik niet telkens in verzuchtingen te vervallen.
47Het spijt me ge dat No Illustration
48 niet hebt gestuurd/ ik heb Renouard nog al gevolgd
49en heb van jaren lang wat hij voor de illustr. heeft
50gemaakt.2 En dit is een van de allermooisten
51waar ik geloof ge zelf ook schik in zoudt
52hebben gehad_
53De oude No’s/
54als men ze in den boekhandel bestelt ten
55minste hier/ krijgt men niet_ Ik wou
56wel ge het kondt krijgen. Is ’t je echter te
57veel moeite/ laat het daar/ doch het is
58toch waarachtig zooveel moeite niet.
 1v:3
59En – après tout – weet wel dat wat die achterdocht
60betreft & ’t geen ik er op gerepliceerd heb/
61niet zoozeer is omdat ik U of anderen niet desnoods
62net alles wat ge wilt van me wil laten denken/
63maar ik heb U gewaarschuwd dat het U weinig
64satisfactie zou geven indien Uw karakter
65dien plooi zou aannemen.
66Waar ge herhaaldelijk zegt dat
67ge mij beter kent dan anderen & ’t draait
68dan op achterdocht neer/ is zulks echter
69serieus genoeg dan data ik bepaald er tegen
70protesteer/ én tegen ’t een van dat “zoo
71goed kennen” én tegen ’t ander/ die
72achterdocht. Zoo’n historie heb ik met
73Pa achter den rug en – een Pa II3
74begin ik niet aan_
75Als ik met Pa er van begin af bij geweest was
76en niet maar stilgezwegen/ was er veel
77niet gebeurd_
78Neem me dus niet kwalijk ik nu
79vierkantweg zeg hoe ’k er over denk.4
80Dat’s beter voor beiden. Overigens kerel/
81ik geloof ik wat te hard werk dan dat
82’t heel lang kan duren of ik zal  1r:4
83den last in ’t finantieele voor U wel wat kunnen
84verminderen. Het moge me langer duren
85dan ik prettig vind voor U of voor mij/ doch
86doorwerken is een weg die bezwaarlijk geheel en al
87falen kan. En waar ik er op aandring er
88kracht achter te zetten/ is om aan de mogelijkheid
89tot twisten een eind te maken_
90aWant de mogelijkheid zelfs
90btot twisten houdt direkt op als ik een middel vind om me in ’t finantieele
90cte dekken. Dan is mijn werk er niet langer mee gemoeid en nu nog
90dwel.
91En daarom niet gedesespereerd.
92Maar ’t is nu beroerd voor beiden.
92aen voor mij is ’t werk kostbaar/ ik moet veel schilderen
92ben ik heb voortdurend model er bij noodig, maar reden te
92cmeer waarom in een tijd waarin ’t werk moeielijk en
92dinspannend is en ondankbaar tevens/ het vrij beroerd is dan achterdocht
92eer voor te krijgen.– Enfin ’t is een periode
92fdie ik door moet en men schildert niet voor
92gzijn gemak.
93Dank voor ’t gezondene. Gegroet.

94b_ à t_
95Vincent


3 wat op < wat
9 zijt”. < zijt.
70-71 én [...] én < Accents added.
70-71 “zoo [...] kennen” < Quotation marks added by us.
top