1r:1
1Waarde Theo,
2t’huis komende kunt
3ge nog een briefje1 van me gevonden
4hebben. Doch als ik daarin toen U verzocht
5terug te nemen een & ander wat ge
6zeidet/2 zoo vraag ik U dat nu niet
7eens meer_
8Want zelfs indien ge zeggen zoudt
9ge er anders over waart gaan denken/
10zou ik het toch niet gelooven kunnen/
11daar ik geloof ge nu eenmaal
12definitief zoo zijt – en niet ligt
13daar vooreerst meer van afgaan kunt.
14Over jaren praten we over zulke kwesties
15misschien heel anders doch waarschijnlijk ook
15adan niet eens_
16Vooreerst hebben we m.i. er zeker niet
17op terug te komen.
18Wat ge volgende maand méér zoudt
19zenden dan frs 100 zoudt ge terugkrijgen/
20'zend dus frs 100 (waarop in gevolge onzer afspraak ik voorloopig blijf rekenen) doch niet meer_
 1v:2
21En ’t zal mijn streven zijn
22iets anders ook daarvoor in de
23plaats te vinden en op den duur zal mij
24dat wel lukken.
25Gegroet_

26Vincent

27Meen als je blieft niet ik niet zou
28willen goede vrienden blijven – doch
29’t ligt hier in den aard der zaak dat het niet kan/
30al zou men ’t probeeren ’t toch niet
31zou opgaan_ enfin ’t is een geval
32waar geen mensch veel aan zou kunnen
33doen_– Uw karakter geloof ik nu dat in een
34vaste plooi zich heeft gezet – ’t mijne ook –3
35– en de rigtingen loopen niet evenwijdig_
36’k neem U eigentlijk ook niets bepaald
37kwalijk – misschien gij mij ook niet –
38doch om door te gaan als waren we eensgezind
39zouden we lui als Monsieur Joseph Prudhomme
40van Monnier moeten wezen/ en ik althans pas
41daar voor.4 en ik hoop voor U – gij ook – ik trek ’t me
42verder ook niet meer aan ook_


20 rekenen) < rekenen
top