1r:1
1Waarde Theo,
1*Heden verzend ik als postpakket 3 studies welke ik hoop droog genoeg zijn_1
2indien ze evenwel aan ’t vel papier dat ik er uit voorzorg opleg vastkleven/ zoo week
3ze af met laauw water. De kleinste vooral is erg ingeschoten/ doe er over een
4dag of 8 een eiwitje of over een maand een vernisje op om ze uit te halen.
5Ik zend ze om U even een kijkje te laten nemen & hierna beter – hoor_
6Ik heb vergeten te antwoorden op wat gij omtrent zending van ’t bewuste schrijft.
7Voorloopig verzoek ik U postwissel te zenden als laatst/ tot ik wisselkantoor
8weet – houd echter onkosten af_
9Ontving schrijven van t’huis Pa onwel was geweest ten gevolge van
10een val – moge dit maar niet serieuser zijn dan zij schreven_
11Weet gij er iets naders van?–2
12Ben afgeloopen week dieper in de turfvelden geweest3 – prachtige
13gevallen, ik vind het hier hoe langer hoe mooier & zal wel
14van ’t begin af er op werken hier te blijven in de streek. Want het
15is zoo mooi hier dat tevens om het te maken nog veel studie vereischt
16wordt/ en doorwrocht werk slechts een juister begrip
17van de dingen zoo als zij au fond zijn en hun ernstig/ sober
18karakter kan geven. Figuren ontmoette ik/ superbe – maar
19nog eens/ eene natuur die zooveel noblesse/ zooveel waardigheid en
20ernst heeft moet met bezonkenheid en geduld en langdurig
21werk worden behandeld. Daarom moet m.i_ van ’t begin af aan
22ik het niet als maar eens hier komen kijken beschouwen/ maar
23ligt het in den aard van de zaak/ als alles goed gaat en we wat voorspoed
24mogen hebben/ ik voor goed blijf. Schrijf weer eens spoedig/
25niet waar – ben wel verlangend want ondanks al ’t moois buiten
26heb ik toch een somber gevoel. adieu/ met een handdruk_

27t. à t.
28Vincent

29Groet Wisselingh eens voor me als ge hem ontmoet & zeg eens ik hier ben.

 1v:2
top