1r:1
1Waarde Theo,
2Met pakken &c. ben ik zoover dat direkt als ik
3reisgeld heb ik vertrekken zal. Het is ’t best dat in de
4gegevenen ik kortaf te werk ga_ Want de tijd van
5verhuizen &c. kan men niets goeds uitvoeren wat het werk betreft
6en zal ik niet weer op streek zijn tot ik ergens buiten zit.
7Zoo dus als gij tegen den 10den iets zendt hoop ik weg
8te kunnen/ al is ’t dat ik niet in eens door kan zoo
9ga ik in een dorp digt bij desnoods een dag of wat
10logeeren.
11Ik hoop dat het maar zal uitkomen volgens ’t geen
12gij mogelijk acht, trouwens ik zelf ook min of meer, dat
13het de vrouw tot een zwenking ten goede brengt.
14Doch ik vrees dat zal niet wezen en zij zal
15den ouden weg opgaan.
16Als ik naar mijn intieme kennis van haar oordeel/
17is zij te zwak vooral in geest en wilskracht om op een
18regten weg door te gaan.
19Toen ik tijdens Uw bezoek er over sprak was
20ik besloten te beslissen/ maar er waren twee
21wegen m.i. en de beslissing hoe hing meer van haar dan van mij af_
22Had zij vast gewild met mij doorzetten/ zoo dat ’t iets
23anders dan een woord doch een daarlaten van die
24verkeerdheden welke den toestand onhoudbaar maakten
25geweest was/ ik geloof/ hoe moeielijk en arm
26wij het zouden kunnen hebben gekregen/ ’t ware een
27beter lot voor haar geweest dan zoo als zij ’t nu
28te wachten heeft. Doch ik zag in haar iets als
29een sphinx die noch ja noch neen kan zeggen.
30En als ge mij vragen zoudt of ik weet wat zij doen gaat
31zoo weet ik dit alleen/ “zeker niet zóó regt als ze
32’t zou hebben kunnen doen”_
33Deze laatste dagen zag ik weer duidelijk dat het naloopen
34van de advertenties maar voor den schijn werd gedaan
35en zij mijn vertrek waarschijnlijk afwachten om iets
36te beginnen waarover zij niet tot mij spreken_
37Reden te meer voor mij om direkt te vertrekken want  1v:2
38anders zoude er van komen dat ze opzettelijk
39de dingen hangende hielden. En hier heeft
40de moeder weer een handje in.
41Dit plan dat weer een verdraaiing is van wat zij een
42paar dagen geleden begonnen/ zal zoo goed als zeker
43tot niets dan beroerdheid leiden.
44Maar ik zou gek moeten zijn om te helpen
45als zij niet open zijn tegenover me/ niet waar.
46Ik ben dus van plan kortaf weg te gaan en
47een veertien dagen te laten voorbij gaan.
48Dan zal ik hen schrijven en zien hoe het
49gesteld is.
50Ik begin ook te gelooven dat ik weg moet om
51hun tot ernst te brengen. Maar zulk een proef
52is gevaarlijk want ook in dien korten tijd reeds
53kunnen zij veel bederven.
54Waarom/ waarom is de vrouw zoo onverstandig_
55'Wat Musset heeft genoemd “Un enfant du siècle” –
56is zij geheel en al1 – en ik denk wel
57eens aan de ruine van Musset zelf als ik
58kom op haar toekomst.2
59In Musset was iets hoogs/ welnu in haar
60is er ook een je ne sais quoi/ ofschoon zij
61zeker geen artist is. Was ze dat maar/ een beetje_
62Zij heeft haar kinderen/ en worden die meer dan ze
63’t nu zijn zelfs nog haar idee fixe/ zoo is er iets
64solide in haar maar ook dat is nog niet wat ’t zijn
65moet/ ofschoon haar moederliefde toch/ ofschoon onvolkomen/
66’t beste in haar karakter m.i. is.
67Het is voor mij een moeielijk iets dat ik veronderstel
68dat/ als ik eenmaal weg ben/ zij van een paar
69dingen spijt zal hebben en beter zal willen en
70mij noodig hebben. Ik wil in dat geval ook
71helpen/ doch zal ik er dat in krijgen dat
72gij me verteldet van de vrouw welke gij hebt ontmoet/
73'tu m’as trouvé bien en bas/ il faut que je remonte_
74In plaats van il faut que je remonte zal  1v:3
75zij zeggen l’abîme m’attire_
76Ik heb eens gehoord dat er eene relatie
77geweest is tusschen Musset en George Sand.
78George was bedaard/ positief/ zeer ijverig_
79Musset was lâché/3 onverschillig en verwaarloosde zelfs
80zijn werk.
81Het kwam tusschen die twee karakters tot een crisis
82en scheiding. Daarna een wanhopige
83poging van Musset en berouw maar niet
84dan nadat hij nog dieper in den modder gezakt
85was/ en in tusschen had George Sand haar
86zaken in orde gebragt/ zat geheel verdiept in
87een nieuw werk4 en zeide “het is te laat/
88nu kan het niet meer”_
89Alleen dit zijn zoo zeer kwesties van zielstrijd/
90en harten krimpen er meer bij zamen van pijn dan
91het wel schijnt.
92Theo als ik wegga zal ik niet gerust omtrent
93haar weggaan/ integendeel ongerust omdat
94ik zoo vrees zij slechts wakker zal worden als het
95te laat is/ slechts een vurige begeerte naar iets
96eenvoudigers en reiners zal krijgen als ’t moment
97om het te bereiken voorbij zal zijn gegaan.
98Als ik dat sphinxachtige in haar zie dan ken ik dat
99van ouds en in haar en in anderen/ en het is
100een zeer kwaad teeken. Dan/ het melankolieke
101kijken in den afgrond is ook fataal en
102'het middel om dat te doen wijken: hard werken.
103En nu – Theo – ze legt de handen alweer te
104veel in den schoot – nu/ melankolie/ als ze
105te overwinnen is/ moet overwonnen worden door sjouwen
106en wie dat zelf niet voelt/ welnu die is er dan voor
107goed bij en gaat regelregt naar den
108kelder_ ’t Haar zeggen heb ik gedaan/ bij tijden
109'het er een beetje in gekregen ook_
110Gij ziet/ zij is wel aan ’t randje/ niet waar.
111Het zal mijn hand niet zijn die er haar indondert
112doch eeuwig er bij blijven staan en haar terughouden
113kan ik ook niet_ Zoo veel gezond
114verstand moet iemand hebben dat als hij gewaarschuwd/
115geholpen wordt/ hij meewerkt.
 1r:4
116Ik weet het/ er zijn gevallen waar de melankolieke
117schijnt niet te willen/ later stilletjes toch doet wat hij
118doen moet en geneest_ Als zij nu maar zóó is dan
119is het best en komt ze nog teregt.
120De melankolieke heeft aan niets meer – in de periode
121van herstelling – dan aan een vriend_– Dat is veel
122alsdan/ al is die vriend arm_ Welnu dat zal zij in
123mij blijven vinden – en al is ’t nu zoo dat zij zeer hatelijk
124was en is bij tijden – natuurlijk toch_
125Een steun zal ze noodig hebben en dien steun zal ik blijven
126al ben ik weg/ mits ik energie en goeden wil zie iets of wat_
127De menschen die haar van mij zochten afkeerig te maken (in haar
128familie) deden iets wat zoo erg zou zijn als een moord aan haar en haar kinderen
129indien ze het niet in hun verhardheid en domheid deden.
130Want zonder dat was ze veel verder geweest.
131Tegen den tienden doe Uw best mij
132zooveel te sturen ik desnoods weg kan/ wegens
133dit wijs zoude zijn.
134Evenwel breng niet U zelf in ongelegenheid
135want ik zal doen naar omstandigheden en
136U direkt schrijven hoe ik gedaan heb_
137Is het te weinig voor Drenthe/ ga ik een dag of
138wat naar Loosduinen en wacht daar af_
139Loosduinen heb ik nog prachtige dingen gevonden/
140oude boerderijen/ en de effekten zijn superbe
141s’avonds daar. Ik zou dan mijn goed waarschijnlijk
142vooruitzenden of in depôt laten_
143Doch tevens is het juist een moment dat ik
144geschikt de huur kan afbreken en als Uw
145brief komt vertrek ik van hier.
146Het is dan een wenk voor de vrouw dat zij doorzetten
147moet/ ik zal nog advertenties er bij plaatsen doch
148deze twee laatste dagen was het weer slabakken
149en ik vrees zij in den grond het plan veranderd hebben_
150adieu Theo, ik wou de dingen al geregeld waren
151want zulke dagen als deze zijn moeielijk en
152heeft men weinig aan. Heb het goed en voorspoed/
153geloof me

154t. à t_
155Vincent

156'Ik hoop gij niet ongesteld zijt geworden/ ik heb een tijd geleden ook diarrhee gehad
157maar is toch weer opgehouden. Misschien zijn eijeren nog het beste om de
158maag dan wat aan te sterken/ als ten minste zwakheid de oorzaak is.


55 siècle” < siècle
73 il < Emphasis added by us.
102 wijken: < wijken
109 het er < het
123-124 – en [...] tijden – Dashes added by us.
156 diarrhee < darrhee
top