1r:1
1Waarde Theo,
2’t berigt dat ge reeds op reis zijt bij dezen was
3me regt aangenaam_ Dank voor Uw
4schrijven en het ingeslotene.
5Dat ik verlangend naar U uitzie behoef
6ik U niet te zeggen – ik ben deze laatste
7dagen ver van wel geweest – altijd
8hetzelfde – bij tijden hartklopping ook –
9waar het ten lange laatste bij mij wel
10op neer kan draaien dat het hart aangedaan
11wordt_– Enfin ik weet daar zelf
12niet alles precies van doch wel weet
13ik dat ge t’huis of tegen wie ook er niet
14van spreken moet uit vrees van misconstructie
15in hun voorstellingen betreffende
16mijn omstandigheden.
17Waarvan ik alleen dit bedoel dat ik
18wat goeds maken wil quand bien même
19en er kans is zulks te bewerkstelligen
20als we onze sereniteit behouden, toekomst
21donker of niet donker.
22Als ik wist wanneer/ n.l. met welken trein
23ge kwaamt zoo zou ik U afhalen_
24En gesteld ge mogt bij mij komen terwijl
25ik uit ben zoo kan de vrouw U zeggen waar
26ik ben want om U niet te missen ga
27ik niet verder van huis dan hier achter
28op den Binkhorst1 een paar studies
29schilderen.
 1v:2
30Zeer nieuwsgierig ben ik naar wat
31ge van ’t werk vinden zult/ of er
32iets bij zal zijn waar ge iets in vinden
33zult of niet. Enfin we zullen zien_
34Ik ben wel steeds denkende er over
35de aardappelwroeters te ondernemen
36als groot schilderij/ al zou het zijn
37dat het niet voor volgend jaar
38af kwam en dit saizoen
39slechts half af kwam. Mij dunkt
40de compositie zou zoo kunnen blijven2
41en vast begonnen worden.
42Ik ben niet competent te onderscheiden
43in hoeverre mijn onwel me gevoelen
44een physieke oorzaak zou hebben of voor rekening
45van overspannen zenuwen komt_
46Het is me wel eens als of ik U in
47den tusschentijd eens had moeten
48spreken kunnen en praten over ’t werk
49maar nu zijt ge toch eindelijk
50gekomen en dat ons zamenzijn in elk
51geval me calmeeren zal geloof ik vast_  1v:3
52Ik hoop we zamen eens een
53flink eind zullen loopen ook_
54Schreef ik U ik te Loosduinen
55doornstruiken heb gevonden
56precies als le Buisson
57van Ruysdael.3
58’t Is in die buurt dat ik me
59voorstel studies voor aardappelwroeters
60te gaan maken.
61Ik mag lijden ik spoedig weer geheel
62normaal zal zijn/ ik zal er mijn best
63voor doen want ik heb er gruwelijk het
64land aan dat ik niet zoo voort kan als
65’t zou kunnen zijn als ik mijn volle kracht
66had. Betreffende wat ik aan Rappard schreef/ dat ik
67meende niet in de wereld te zijn om mijn gestel te
68conserveeren/4 zoo is dit een kwestie dat er omstandigheden
69zijn waarin men moet kiezen of deelen tusschen werken
70en niet eten of eten
71'maar het werk laten waaien
71a(dan n.l. als ’t werk onkosten vordert en voorloopig niet rendeert).
71'Nu koos ik
72in sommige gevallen het eerstgenoemde en
73geloof niet zulks een vergissing is/ daar ons
74werk blijft doch wij zelf toch in geen geval/
75en iets te doen leven is/ en ik
76liever een paar jaar daarvan heb dan
77veel jaren van er maar over suffen en
78uitstellen. En ik zei toen tegen Rappard er bij
79dat ik voor mij meende er waarheid was in
80het mysterieuse woord/ wie zijn leven zal zoeken te
81behouden die zal het verliezen doch zoo wie het verliezen
82zal ter wille van iets hoogers die zal het vinden.5
83adieu kerel/ tot ziens/ met een handdruk_

84t. à t_
84*Vincent


71 a (dan [...] rendeert). < Added later; parentheses added by us.
top