1r:1
1Waarde Theo,
2Van morgen komt een man bij me die 3 weken geleden
3een reparatie aan de lamp voor me gedaan had en
4van wien ik tegelijkertijd eenig aardewerk had gekocht dat hij
4ame zelf opdrong om te nemen.1
5Hij kwam mij een standje maken dat ik zijn buurman
6pas betaald had en hem niet. En dat met ’t noodige lawaai/
7vloeken/ schelden &c. Ik zeg hem dat ik hem betalen zal
8zoodra ik geld ontvang maar ’t op ’t moment niet heb
9en dat is olie in ’t vuur. Ik verzoek hem de deur uit te
10gaan en eindelijk duw ik hem de deur uit maar hij/
11misschien expres ’t daarop latende aankomen/ pakt
12mij bij den nek en gooit me tegen den muur aan
12aen verder plat op den grond.2
13Zie/ dit is iets waar ge uit ziet met welke petites
14miseres3 men te maken heeft. Zoo’n kerel is sterker dan ik
15'hè – ze geneeren zich niet. Nu/ zulk slag zijn al
16de kleine winkeliers &c_ waar men voor dagelijksche behoeften
17mee te maken heeft. Zij komen zelf vragen dit of dat van
18hen te nemen of/ als men naar een ander gaat/ vragen
19om klandisie/ maar als men ongelukkigerwijs langer
20dan een dag of 8 met betalen moet wachten is het
21schelden en standjes maken. Enfin ze zijn eenmaal zoo
22en wat zal men er van zeggen/ ze zitten zelf ook in de
23engte soms. Ik schrijf U ’t geval eens om U te toonen dat
24het wel ietwat urgent is dat zoo mogelijk ik wat geld kon maken_
25Toen ik naar Schevening ging heb ik er nog een paar moeten
26laten wachten. Ik heb een beetje zorg broer/ en nog al
27verdriet en moeite. Ik verlang naar
28Uw komst omdat ik het wel decideeren wou of ik verhuizen
29moet al dan niet. Om het hier te kunnen houden zou
30ik iets meer moeten verdienen in ’t algemeen/
31het weinige dat ik te kort kom maakt het leven hier
32onhoudbaar.
33Overigens/ het werk heb ik zoozeer geen tegenspoed mee
34wat betreft dat al de petites miseres mijn lust er in niet
35influenceeren en niet beletten ik toch een & ander maak.  1r:2
36Bij de Bock staan een paar kleine marines/ een met
37een woelige/ een met een kalme zee/4 in welk genre ik
38enorm graag zou doorgaan. Gisteren een
39boerenwoning met rood dak onder hooge boomen_5
40Nu/ figuurstudies schilderen zou me geloof ik
41voor veel dingen helpen/ ik ben er aan begonnen
42met een jongen in ’t aardappelland en een in
43den tuin bij een rieten schutting.6 Daar zou ik kracht achter
44moeten kunnen zetten.
45Het incident van van morgen is mij een wenk dat
46het pligt is om
47raad te schaften en kleiner te gaan wonen en op
48een dorpje als er geen licht komt om ’t hier ietwat ruimer
49te krijgen. Anders/ ’t atelier hier is praktisch genoeg
50en aan mooie dingen om te maken is hier geen
51gebrek. De zee heeft men ook niet overal_
52Wat ik U zei dat ik me niet sterk voelde is waar, het
53is nu neergedraaid op pijn tusschen de schouders en
54in den lendenwervel/ wat ik bij tijden wel meer heb
55maar ik weet bij ondervinding men dan wat op zou moeten
56passen anders wordt men te zwak en kan zich er
57niet zoo makkelijk meer van redresseeren.
58Betrekkelijk geef ik de dingen over. De omstandigheden
59zijn me wat te zwaar geweest in den laatsten tijd
60en mijn plan om door assidu en raisonable werken
61vrienden van vroeger terug te winnen ligt in duigen_
62Theo één ding is ’t wel goed we
63eens bespreken – ik zeg niet dat daar nu direkt sprake
64van is maar de dagen zouden nog somberder kunnen
65worden en voor dat geval wou ik wij het afspraken.
66Mijn studies en al wat er van werk op ’t atelier is zijn
67gedecideerd Uw eigendom. Nu is er geen sprake van –
68nog eens – maar in vervolg van tijd b.v. wegens
69’t niet betalen van belasting – kan men den boel verkoopen/
70maar in dat geval wou ik het werk wel in veiligheid
71brengen en het huis uit. Het zijn mijn studies die
72voor later werk ik moeielijk missen kan/ dingen
73die me veel moeite gekost hebben om te maken.7
 1v:3
74Hier in de straat is er tot heden geen een die belasting
75betaalt/ toch zijn allen voor verschillende sommen aangeslagen/
76ik ook/ en heb ik tweemaal schatters bij me gehad die ik
77echter op mijn 4 keukenstoelen en ongeverfde tafel heb
78gewezen en gezegd ik niet in de termen viel zoo hoog
79aangeslagen te worden.8 Dat als ze bij een schilder
80tapijten/ pianos/ antiquiteiten &c_ vonden/ ze misschien
81geen ongelijk hadden zoo’n man aan te kalkena als
82kunnende betalen doch dat ik niet eens mijn verfrekening
83betalen kon en er geen articles de luxe doch wel kinderen bij me waren en er dus niets bij me te halen was voor hen.
84Ze hebben me toen biljetten en aanmaningen gestuurd doch
85ik heb me daar niets van aangetrokken en toen ze
86er eens om terugkwamen gezegd dat het noodeloos
87was want dat ik er eenvoudig mijn pijp mee opstak.
88Dat ik het niet had en mijn 4 stoelen/ tafel &c_
89toch niets zouden opbrengen. dat het nieuw niet zooveel
89awaard was als waar ze me voor wilden opschrijven.
90Sedert hebben ze me dan ook met rust gelaten/
91nu reeds maanden lang. En anderen hier in
92de straat betalen ook niet.
93Toch/ nu we er over aan ’t spreken zijn/ voor
94zoo’n geval wou ik ik wist waar mijn studies
95te bergen. Enfin ik zou ze bij v.d. Weele b.v.
96kunnen brengen of zoo_ En mijn gereedschap ook.
97Er is altijd nog een zekere hoop bij mij dat als ge
98eens op ’t atelier komt gij nog dingen vinden
99zult waarvoor misschien iemand
100op te warmen zoude zijn/ ook al hebben
101ze nu geen bepaalde handelswaarde.
102Aan werk mankeert het niet.
103Après tout heb ik in den grond geen gevoel van
104moedeloosheid en integendeel kan ik instemmen met
105wat ik onlangs in Zola las/ “Si à present je vaux quelque chose/
106c’est que je suis seul et que je hais les niais, les impuissants,
107'les cyniques, les railleurs idiots et bêtes”.9 Maar dat alles zou misschien  1v:4
108niet wegnemen ik ’t beleg niet kon houden als
109ik hierbleef. Ik schrijf er juist over omdat het
110in ’t begin is en de manoeuvre van goedkooper
111gaan wonen misschien de uitkomst/ al is het op
112zich zelf alleen ter wille van minder verwonen bepaald
113urgent.
114V.d. Weele heeft de zilveren medaille voor zijn schilderij
115die hij dubbel en dwars verdiend heeft/ ik ben blij dat hij
116die gekregen heeft.10
117Ik heb over dat Schij van v.d. W. veel gedacht omdat
118ik ’t heb zien maken voor een deel en ik er nog al
119over gepraat heb met hem en dadelijk er mee
120ingenomen was.
121Ik geloof Theo/ dat met geregeld en bedaard voortwerken
122in de toekomst ik ook zoo iets zoude kunnen.
123Maar er zou in elk geval nog een periode van
124assidu schilderen tusschenbeiden moeten liggen
125en daarvoor zouden middelen moeten wezen,
126die ’t me nu donker voorkomt te kunnen krijgen_
127V.d. Weele is er toe gekomen door de helft van zijn
128tijd te sacrifieeren aan dingen die
129hij niet voor zijn pleizier doet maar dan ook middelen
130door wint om zijn schilderkist gevuld te houden en
131te eten &c. Misschien/ misschien als er bij mijn
132werk ’t een of ander artikel mogt komen dat
133de lui zouden willen hebben/ lapte ik ’t hem ook.
134Om verkoopen op zich zelf – als ’t niet daarom was om
135te kunnen voortgaan – zou ik anders niet veel geven/
136ik zeg U ronduit dat van de idees omtrent kunst die ik in
137mijn periode bij Goupil11 heb opgedaan – ofschoon ik
138wel denzelfden smaak gehouden heb – voorzoover zij
139de praktijk aangaan weinig heeft steek gehouden, ’t maken
140der dingen gaat niet zoo als men als men handelaar is
141zich wel voorstelt/ en het schildersleven is anders/ de studie is
142anders. In welken zin zou ik moeielijk kunnen zeggen maar het
143woord van Daubigny “ce ne sont pas mes tableaux que j’estime davantage/
144qui me rapportent le plus”12 is iets wat ik nu geloof/ en toen ik
145bij G&Cie was en had het gehoord zou ik gedacht hebben dat hij ’t zoo maar
146par manière de dire zeide. Adieu kerel – ik zit er een beetje in/
147ge ziet aan wat ik U schrijf van mijn schermutseling van dezen morgen dat
148de lui niet veel consideratie met me gebruiken. Als men een hoogen hoed droeg & ik weet niet
149wat meer dan bleven ze waarschijnlijk meer op een zekeren afstand. Men heeft toch zijn gevoel
150van de dingen en het is niet aangenaam. Enfin ik wou er iets bij ’t werk te vinden was waardoor er wat
151ruimte kon komen. adieu/ schrijf eens spoedig/ ik verlang er zoo naar_

152t. à t.
152*Vincent


15 hè < he
107 bêtes”. < bêtes.
150-151 er wat ruimte < wat ruimte
top