1r:1
1Waarde Theo,
2Het is oudejaarsavond en ik heb zoo’n trek nog een woordje
3met U te praten. Toen ik mijn vorigen brief schreef
4sprak ik U over groote koppen die ik onderhanden had_
5Ik was toen juist bezig met het nemen van eene proef
6waarvan ik U het aanvankelijk resultaat kan mededeelen,
7daar ik juist eergisteren/ gisteren en heden modellen
8gehad heb voor twee teekeningen.
9Toen ik de lithographies maakte trof het mij dat
10het lithographisch krijt zeer prettig werkt, en ik dacht
11er over om er teekeningen mee te maken.
12Het heeft echter een bezwaar dat gij voelen zult –
13doordat het vet is kan men het niet op de gewone
14manier uitwisschen – op papier werkende er
15mee verliest men zelfs grootendeels het eenige waar
16men op den steen zelf mee uitwisschen kan/ n.l_ het
17grattoir – dat op ’t papier niet krachtig genoeg gebruikt
18kan worden daar men er door heen gaat_
19Maar ik was op de gedachte gekomen om eerst
20eene teekening te maken met timmermanspotlood
21en dan daarin en daaroverheen te werken
22met lith. krijt, daar dit (om reden van de vetheid van
23het materiaal) op potlood vat – wat gewoon krijt niet
24doet – althans slecht.
24aDe schets op die wijs hebbende/ kan men met vaste
24bhand het lith. krijt inwerken waar het noodig is/
24czonder veel te behoeven te zoeken of uit te wisschen_
25Dus maakte ik mijn teekeningen tamelijk ver af met
26het potlood/ eigentlijk zoover als mij daarmee maar eenigzins
27mogelijk was. Toen fixeerde ik ze en maakte ze dof
28met melk. En toen weer er overheen geteekend met
29lith_ krijt, waar de grootste krachten zaten/ die nog
30hier & daar versterkt met een penseel of pen met noir de bougie/1
31en in de lichtpartijen gewerkt met witte dekverf.
 1v:2
32Nu heb ik op die wijs eene teekening van een oud man
33die zit te lezen/ met licht dat op het kale hoofd/ de hand
34en het boek valt_2
35En eene tweede/ een kop van een geblesseerde met
36een doek om het hoofd.
37Het model dat ik daarvoor gehad heb had werkelijk eene
38wond in ’t hoofd en een verband op het
39linkeroog. Net een kop van een soldaat
40der oude garde op den terugtogt uit Rusland b.v.3
41Als ik nu deze twee koppen vergelijk bij de
42anderen die ik maakte is er een groot verschil
43in de kracht van het effekt.
44Zoodat ik de hoop heb teekeningen op deze
45wijs gemaakt zich prêteeren zullen gereproduceerd te worden door het procede
46dat gij mij beschreven hebt.–
47In geval het door U gezonden papier geen absoluut
48vereischte is voor de reproductie vooral_
49En is dit vereischte zoo zoude ik met die zelfde
50ingredienten op het grijze papier dunkt me
51eer een beter dan een slechter effekt krijgen.
52Toen ik hetgeen Buhot op ’t eene staaltje
53gekrabbeld had bekeek/ zag ik direkt het
54zwart zeer diep was van toon en ik kan me
55begrijpen zulks voor reproductie waar
56de photogr.a en galvanoplastiek4 in ’t spel is/ bepaald
57vereischte is.
 1v:3
58Zoodat ik dadelijk gezocht heb welk zwart
59ik zou kunnen gebruiken/ toch mijn gewone manier
60van schetsen houdende.
61Eerst probeerde ik met inkt doch dat voldeed
62me niet maar ik geloof dat op die manier met
63lith. krijt de effekten beter zullen zijn.
64Enfin ik schrijf hierover niet om
65het U lastig te maken in Uw drukke dagen/
66ik heb er geen haast mee en zelfs is
67’t me zeer welkom ik nog een tijd
68heb om verder te zoeken.
69'Doch ik schrijf het U opdat ge weten
70zoudt dat ik met hart & ziel er op aan ’t sjouwen
71ben om het goed & bruikbaar te krijgen.
72Dat wat men noemt Black & White is
73eigentlijk Schilderen met zwart. schilderen
74in dit opzigt dat men in eene teekening
75de diepte van effekt/ de rijkheid van toonschakeering
76brenge welke in een schilderij behoort te zijn.
77Gij hebt onlangs eens en teregt gezegd dat ieder
78kolorist zijn eigenaardige kleurengamma heeft.
79Dit is ook in ’t Black & White het geval. en toch is
80het in den grond een en ’t zelfde. men moet kunnen
81gaan van de hoogste lichten tot de diepste schaduwen
82en wel met een paar eenvoudige ingredienten.
83Sommige teekenaars hebben een
84zenuwachtige manier van doen die maakt dat hun techniek iets
85van het eigenaardige van den klank eener viool heeft –
86b.v. Lemud/ Daumier/ Lançon – anderen/ b.v. Gavarni en Bodmer/
87doen meer aan pianospel denken_ Komt U dit ook zoo voor_
88Millet is misschien een plegtig orgel.

 1r:4
892 Januarij
90Tot zoo ver schreef ik op Oudejaar/ ik hoopte Uw brief zou
91zijn gekomen. Als gij nog niet geschreven hebt/ toe doe het dan
92want ik heb niets meer. Doch gij zult het erg druk hebben.
93Ik heb sedert nog weer eenige schetsen met het lith. krijt gemaakt/
94het werkt haast net zoo prettig als of men schildert,
95en men kan er een groote kracht & diepte van zwart mee
96krijgen. Ik ben wel zeer verlangend U weer te spreken/
97ik heb zooveel plannen – die wel niet allen zullen kunnen
98verwezentlijkt worden – maar die toch ook niet geheel en
99al mislukken zullen.– En dienaangaande ik heb eigentlijk
100zoo weinig tijd om er over door te denken en ik ben zoo
101weinig op de hoogte der toestanden om zelf te kunnen
102beslissen over de uitvoerbaarheid/ dat ik er zoo behoefte
103aan hebben zou er eens met U over te spreken.
104Vooral/ laat het U niet ongerust maken dat ik dit jaar
105nog niets verkoopbaars maakte – gij hebt dit zelf wel eens
106tot mij gezegd en als ik het nu zeg dan doe ik zulks
107omdat ik in ’t verschiet een paar dingen bereikbaar zie
108die ik vroeger niet zag_– Ik denk wel eens terug aan
109een jaar geleden toen ik hier in stad kwam – ik had mij
110voorgesteld dat de schilders hier een soort kring of
111vereeniging vormden waar warmte en hartelijkheid en
112een zekere eensgezindheid heerschten_– Dit lag voor mij in den
113aard der zaak en ik wist niet dat het anders kon zijn.
114Ik zou ook de gedachten die ik daaromtrent had toen ik hier
115kwam niet willen verliezen ook al moet ik ze wijzigen en
115aonderscheid maken tusschen wat is en wat zou kunnen zijn_
116Ik zou niet gelooven kunnen dat het een natuurlijken toestand
117is dat er zooveel koelheid en oneenigheid bestaat. Hoe komt
118het??? ik weet het niet – en ik ben er ook niet toe
119geroepen om dit te onderzoeken maar ik stel mij zelf
120wel tot principe dat ik voor mij zelf twee dingen
121laten moet/ het eerste is dat men niet moet twisten – en in plaats van dat/ zoeken naar
122vrede te bevorderen/ voor anderen zoowel als voor zich zelf. En het andere dat
123men moet laten mijns inziens/ is in de maatschappij iets anders
124te willen zijn dan schilder als men schilder is – men moet als
125schilder daarlaten andere maatschappelijke ambities en niet
126meedoen met hetgeen de lui die in ’t Voorhout/ Willemspark &c.
127wonen/ uitvoeren.5 Want in de oude/ berookte/ donkere
128ateliers was eene gezelligheid en iets echts dat oneindig veel beter
129was dan ’t geen er voor in de plaats dreigt te komen.
130Als ’t zoo zijn mogt dat gij als ge weer komen zult vooruitgang ziet in
131mijn werk, dan zou mijn verlangen zijn het mogelijk ware op de zelfde
132wijs voort te gaan als tot nog toe_– Dat namelijk ik stillekens  2r:5
133voortwerken kan zonder mij met iemand anders te
134bemoeijen. Als er brood in huis is en ik wat
135in den zak heb om modellen te nemen/ wat wil
136ik dan meer_– Mijn pleizier is in het beter
137worden van mijn werk – en dat absorbeert
138mij meer en meer. Nu kerel/ als ge
139nog niet geschreven hebt schrijf dan spoedig/
140ik ben nog al in verlegenheid.
141Nogmaals in het nieuwe jaar U  2v:6
142het beste toegewenscht. Van ’t huis
143ontving ik een goeden brief_
144adieu, met een handdruk_

145t. à t.
146Vincent


69 opdat < omdat
top