1r:1
Waarde Theo,
Uw aanget. brief ontving ik in orde & dank U hartelijk voor de toezending. Uit Uw brief zag ik ge het druk hebt met den inventaris. Heb er maar voorspoed mee, het zal een geduchte sjouwerij zijn.
Wat wou ik we b.v. zoo’n paar kerstdagen eens zamen konden zijn – ik zou U zoo graag eens weer op ’t atelier hebben ook.
Ik heb in den laatsten tijd ook nog al er op gesjouwd, juist omdat ik vol was van dat kerstmisgevoel, en te voelen is niet genoeg, men moet het in zijn werk brengen.
Zoo ben ik nu bezig aan twee groote koppen van
een weesman, met zijn witten baard & ouderwetschen, ouden hoogen hoed.–1 Zoo’n soort oud geestig gezigt als men bij een gezellig kerstmisvuur zou wenschen heeft die kerel.–
Bij gelegenheid van Xmas is door Harper een blad uitgegeven, gemaakt door eenige schilders die zich The tile club, dus de “tegelschilders” noemen.2 Boughton heeft er een blad in.–3 De mooisten die er bij zijn zijn teekeningen van Abbey – het zijn vooral scènes uit den ouden tijd toen de Hollanders New York stichtten onder den naam van Nieuw Amsterdam.4
Deze teekeningen zijn gereproduceerd meen ik met dat procedé ’t welk ge beschreeft – op het papier waarvan Buhot een staaltje zond.5 Ik moet deze amerikaansche teekeningen nog eens met de platen in Vie moderne vergelijken.
Ik heb alle hoop dat ik dit wel leeren zou en wie weet of we ’t volgend jaar niet eens proeven kunnen nemen.
 1v:2
Terwijl gij het zoo druk hebt als nu zal ik mijn uiterste best doen om teekeningen te maken met het oog daarop. Is dan Uw drukte eenigzins voorbij dan zal ik nog wel wat informatie van U te vragen hebben of van Buhot.
Maar ik zie duidelijk genoeg dat het procedé dankbaar is, dat in geval de teekening goed is men haast zeker is van goede reproductie. Dus werken op de teekeningen is ’t voornaamste.
Wat de lithographie betreft, doordat ik eenige malen het drukken & al de preparatie van den steen heb bijgewoond zoo denk ik er zeer over om eens te gaan lithographieeren zonder eenige hulp van papier of iets anders, n.l. eenvoudig op den steen zelf teekenen.
Want hoe mooi of ik b.v. die bladen in Harpers Xmas nommer of in Vie moderne ook vind, er is toch iets machinaals in, iets van eene photographie of photogravure, en nog liever zie ik een gewone lith. van Daumier of Gavarni of Lemud. Enfin voor ’t een zoowel als ’t ander is een vaste hand van teekenen noodig en daar hangt ’t meestendeels van af. Ik vrees dat het nieuwe procedé een van die dingen is dat niet ten volle iemand voldoen kan en dat eigentlijk wat te zoet is. Ik bedoel, eene gewone ets, eene gewone houtgravure of eene gewone lithographie heeft een charme van oorspronkelijkheid die door niets machinaals te remplaceeren is.
Zoo ook wat gravure aangaat – de reproductie met photogravure van de naaischool van Israels6 b.v. of het schij van Blommers7 of Artz8 is superbe – zooals ze door G&Cie zijn uitgegeven. Maar als dit procedé geheel de eigentlijke gravure zou vervangen zou ik meenen, men de gewone gravures toch missen zou op den duur, met bezwaren en imperfecties en al.
 1v:3
Rappard is nog steeds ziek ofschoon de crisis voorbij is, is zeer zwak naar zijn vader schrijft. Wat het is? ik weet het niet – misschien hersenkoorts of -ontsteking? Daarover laat zijn vader zich niet uit.
Nu, ik hoop ge aan Uw kerstmis nog wat hebben zult – nog eens een loop zult kunnen doen & wat gezelligheid hebben zult.–
Doch ik vrees ge zult diep in den inventaris zitten. Enfin er is in werken, ook in werk wat op zich zelf niet heel pleizierig is, altijd iets opwekkends.
Het beste U toegewenscht. als ge kunt schrijf nog eens maar hebt ge het te druk zoo begrijp ik daar alles van en dan moet ge Uw scha later maar eens inhalen door een paar beschrijvingen van Montmartre of zoo.9
adieu, met een handdruk.

t. à t.
Vincent

top