1r:1
Dinsdag.

Waarde Theo
Een enkel woord om U te vragen of gij mijn laatste schrijven ontvangen hebt alsmede een rolletje ook per post gezonden, inhoudende eene proef van eene lithographie.–1 De reden ik onwillekeurig begin te denken zulks niet in Uwe handen gekomen is maar misschien weggeraakt, of dat Uw brief weggeraakt is, is dat ik sedert nog niets van U hoorde en we bovendien heden reeds 14 Nov. hebben. Ik zit sedert een dag of 5 of 6 reeds letterlijk zonder geld en ik zit daardoor ook vast met mijn werk, althans kan niet zooals ik zou willen. Ik acht het echter waarschijnlijk de reden is ge me tegelijk met Uw schrijven en het geld de door mij gevraagde informaties omtrent het lithographisch procede & de autographische inkt hebt willen zenden & daarop hebt moeten wachten. En hoop ’t zich misschien nog heden wel zoo zal ophelderen. Maar van den anderen kant ben ik altijd zenuwachtig als er zoo iets is en kan niet laten zorg te hebben en ben dan bang misschien iets geschreven of gedaan te hebben dat ge niet goedvindt.
Zoo tobde ik er van nacht over dat ge misschien niet goed gevonden hebt ik mijne lithographie liet afdrukken, misschien in verband met wat ik schreef de conclusie zoudt maken ik van plan was iets uit te geven of zoo. Enfin ik tobde er over of er iets zijn kon. Waarschijnlijk echter is er niets. Om evenwel zekerheid te hebben schrijf ik U er eens over dat ge niet moet verwarren uitgaven en proefnemingen om een procede te leeren kennen. Eerstgenoemden, n.l. uitgaven, zijn dingen waarin ik eer ik ze ondernam zeer zeker U zou raadplegen en voorloopig denk ik daar geenszins aan  1v:2 en bemoei mij zoo als ge trouwens weet met mijn teekeningen en ’t artistieke gedeelte van ’t werk zonder meer. Daartoe hooren echter ook wel degelijk deze proeven die ik neem en niets is natuurlijker dan dat ik er aan werk. Rappard nam in der tijd b.v. proeven met etsen op de zelfde wijs die hij ook moest laten drukken2 maar het drukken dat een artist doet is niet iets uitgeven of heeft niets direkt met den handel te maken en is geheel privé.
Dit komt mij zoo klaar als den dag voor maar, zoo als ik zeg, van nacht was ik er over aan ’t tobben of misschien gij het als eene demarche van een heel anderen aard zoudt hebben kunnen opvatten daar ’t mij bevreemde nog geen brief te hebben.
Nu, ik hoop dat het blijken zal ik mij niet bezorgd had hoeven te maken.
Ik hoop integendeel dat gij geslaagd zijt met Uw informaties betreffende dezelfde zaak, n.l. iets omtrent procedés kunt zeggen.
Op hetgeen mij resteerde van het drukpapier heb ik verl. week nog eene proef genomen met het figuurtje Sorrow.3
Als ik zoo even zeide dat in verband met mijn vorig schrijven ik mij ongerust maakte dat gij misschien iets denken zoudt dat mijn bedoeling niet was, zoo is daarvan de oorzaak dat ik mij herinnerde gezegd te hebben iets als ’t volgende:
 1v:3
ik zou het flink vinden indien we voor eigen rekening eenige dezer bladen lieten afdrukken, dat zou ons meer aplomb geven bij de directies der illustraties.
Nu is mijne gedachte daaromtrent geenszins dat ’t geen wij voor eigen rekening mogten laten drukken ook door mij of U geexploiteerd zou worden. Daaraan dacht of denkt geen haar op mijn hoofd doch wel dat als men zich ergens presenteert om werk te vragen het goed is men iets van zijn werk kunne laten zien. Dat haalt woorden uita en is meer praktisch.
Dat ik ’t niet onwaarschijnlijk acht met der tijd dingen te maken die in handen van ’t publiek zullen komen is iets ’t welk mij betrekkelijk zeer koel laat en dat ik geenszins beschouw als iets pleizierigs. Twee redenen zouden er me toe brengen, vooreerst als ik emplooi kreeg bij een illustratie en dan natuurlijk zou moeten maken wat die meebragt, ten tweede – iets van later zorg – ofschoon ik daar wel degelijk aan denk – als ik vroeger of later iets heb dat een geheel vormt en een strekking heeft en iets zegt, dan zou ik, doch niet zonder er U in te kennen of te raadpleegen, er toe kunnen komen indien ik er niemand voor vond zelf het uit te geven.
Zoo iets zou waarschijnlijk me eer geld kosten dan geld opbrengen – zou zijn ter wille van de kunst en niet om reden van eigen voordeel het eerst of het meest. Van zoo iets, indien ik ’t ooit deed zoudt ge alles weten en dat zou in geen enkel opzigt – anders zou ik ’t laten natuurlijk – ’t zij wat ’t werk ’t zij wat de uitgaaf betreft – oneerlijk zijn.
 1r:4
Indien er dus (doch ik denk ’t wel niet maar in mijn zenuwachtigheid, daar ’k niets anders kon vinden, kwam mij die zinsnede uit mijn brief in de gedachten), indien er dus iets was dat ge hadt opgevat als demarche van mij om iets van uitgeven te ondernemen, wees verzekerd zulks niets anders is of voorloopig zijn zal dan proeven die allen die etsen of lithographieeren of op een of andere wijs hun teekeningen reproduceeren, nemen moeten om de procedes en de krachten van ’t zwart & wit te leeren kennen. Indien ook een of ander blad dat reusseert door den maker er van wordt gedrukt in een zeker aantal exemplaren, zoo zou dit bij mij althans zijn en is bij de meesten die zoo iets doen, iets van absoluut artistieken aard en zonder de minste relatie met uitgaven op handelsgebied.
Indien ik niet bij ondervinding had dat er misverstanden kunnen plaats hebben in kwesties als ’t laten kijken van teekeningen (en het laten kijken van gedrukte proeven er van is van den zelfden aard) en zulks dikwijls als een pedanterie wordt beschouwd, zou ’t me niet in ’t hoofd gekomen zijn. Maar ten overvloede schrijf ik er eens over in verband met het wegblijven van Uw brief, dat, als ik aan Uw trouw denk, er waarschijnlijk echter wel niet mee in verband zal staan en ergens anders zijn oorzaak in hebben zal. Als ik in mijn vorig schrijven de voornoemde zinsnede gebruikte zoo zult ge bij gelegenheid in mijn teekeningen duidelijker mijn bedoeling zien. Ze doen – o.a. Sorrow – veel krachtiger in druk voor (om reden van het lithographisch krijt) dan in de teekening.4 Terwijl juist omdat ze in ’t oorspronkelijk grijs gehouden zijn en sober ik me slechts aan mijne studie te houden heb om in lithographie de kracht te krijgen. En dit is iets waarop ik de lui (met wie ik mogelijk in relatie zou komen als er iets zich op deed om werk voor eene illustratie te krijgen) zou moeten kunnen wijzen. Nu, als ge nog niet geschreven hebt doe het zoodra ge dezen ontvangt want ik ben wat in ’t naauw. adieu, met een handdruk.

t. à t.
Vincent

top