1r:1
1Zondag avond

2Amice Rappard,
3Zeer verblijdde mij Uw schrijven dat ik gisteren avond
4ontving. Ik had er reeds naar uitgezien doch
5dacht wel ge ergens aan de sjouwerij waart_
6’t Geen ge me van Drenthe1 vertelt interesseert
7mij – ik ken Drenthe volstrekt niet door
8zelf er geweest te zijn – wel door ’t geen Mauve &
9Termeulen b.v. er van hebben meegebragt.2
10Ik stel ’t mij voor als Noord Brabant toen
11ik jong was/ zoo’n jaar of 20 geleden. Als jongen
12herinner ik mij de hei en de kleine boerderijtjes/
13de weefgetouwen, de spinnewielen, nog precies
14zóó gezien te hebben als ik ze nu op de teekeningen
15van Mauve & Termeulen zie. Nu is dat
16gedeelte van Brabant waar ik bekend ben
17reeds enorm veranderd door ontginningen
18en door industrie_3 Ik voor mij zie nu niet zonder
19een zekeren weemoed een nieuwe kroeg met
20rood pannen dak op menig plekje waar ik
21mij herinner een leemen hut met bemost
22rietdak te hebben zien staan.
23Er zijn sedert beetwortelsuikerfabrieken, sporen,
24heigrond ontginningen, &c_ gekomen die
25lang zoo pittoresk niet zijn.4
26Enfin – maar wat wel in me zal blijven
27is iets van de strenge poezij van de echte
28hei. En die echte hei schijnt dus in Drente
29nog net zoo te bestaan als vroeger de Brabantsche
30was.
31Toch is er nog enorm veel moois ook nu in
32Brabant – herinner U ’t Heike maar
33eens waar we zamen geweest zijn.5
 1v:2
34Uwe schetsjes in den brief vind ik zeer goed.
35in dat kerkhof vooral vind ik veel karakter.
36Mij aangaande/ ten gevolge van een bezoek
37van mijn broer/ die mijn aquarellen zag/
38ben ik ook druk aan ’t schilderen.
39Eigentlijk gezegd geloof ik niet dat men aan
40mijn eerste geschilderde studies zou zeggen
41dat het mijn eerste waren.
42Want ’t valt me niets vreemd en ik heb er
43groote ambitie in.
44Gisteren avond heb ik in de Rijswijksche weilanden een aardig
45effekt gevonden.– Vlakke groene weilanden
46waardoor een zwarten kolenweg gaat met een
47sloot er langs_– De zon gaat vuurrood
48onder – een boertje sjokt naar huis – ver
49weg een boerenwoning_6
50Verder heb ik een kleine marine – en
51brokken Duingrond – een rij knotwilgen/ een aardappelveld
52en zoo voorts.7
53Het schilderen is mij zoo sympathiek dat ’t me
54veel moeite zal kosten om niet altijd te
55schilderen.
56Het is iets mannelijkers dan aquarelleeren
57en er is meer poezij in.
58Ge weet waarschijnlijk dat er op ’t oogenblik
59hier eene expositie is van de Holl_ Teekenmaatschappij_8
60Daar zijn fameus mooie zaken.
61Er is een vrouw aan ’t weefgetouw van Mauve9
62die ik niet uit ’t hoofd kan krijgen. Een
63oud moedertje van Israels10 dito. Neuhuys/11 Maris/12
64Du Chatel/13 ter Meulen14 en een massa anderen/15
65Weissenbruch16 niet te vergeten.
66Er is een alleraardigst portret van Weissenbr. door
67Israels/ zoo echt en typig dat ik ’t U niet
68zeggen kan.17
 1v:3
69Er is ook een heele mooie groote marine v_ Mesdag
70en twee Zwitsersche dingen van hem die ik nog al
71bête vind ofschoon er een zekere brutaalheid
72in is – doch niet doorgezet en niet gevoeld.18
73Maar de groote marine vind ik superbe.
74Van Willem Maris een alleraardigste Zeug met
75een legio biggen_19
76En een Jaap Maris – een zeer groot stadsgezigt20
77zoo kras als Delftsche v.d_ Meer.
78Er was eenigen tijd geleden nog eene
79Tentoonstelling van Fransche kunst
80uit particuliere verzamelingen/21
81Daubigny – Corot – Jules Dupré/
82Jules Breton/ Courbet/ Diaz/ Jacque/
83Th. Rousseau/ waar ik tegelijk
84zeer geanimeerd werd – en toch een
85zekere melankolie voelde als ik dacht
86aan het den een na den ander verdwijnen
87van die trouwe veteranen_– Corot is er niet
88meer/ Th_ Rousseau/ Millet – Daubigny/
89ze rusten van hun werk. Jules Breton/
90Jules Dupré/ Jacque/ Ed_ Frère/ ze zijn er nog
91maar hoe lang zullen ze nog in
92hun blouse rondwandelen. Ze zijn allen
93reeds bejaard en staan met een been in ’t graf.
94En hun opvolgers – zijn ze die eerste
95eigentlijke moderne meesters waard_
96Alleen reden te meer om de zaken
97krachtig aan te grijpen & niet te
98verslappen.
 1r:4
99Het nieuwe atelier dat ik heb bevalt mij goed
100en ik vind mijn stof hier vlak in de buurt.
101Hartelijk hoop ik ge vroeger of later eens
102komen zult & zeer verlangend blijf
103ik steeds iets van Uw werk te zien of te
104vernemen per brief.
105Mijn broer laat U ook groeten/ ik
106vertelde hem gij zeer druk aan den gang
107waart.
108Het gaat mij zoo als U/ in dit opzigt
109dat ik weinig correspondeer in dezen
110tijd & schrijf U nu ook in haast_
111Heb het goed & voorspoed in alle
112opzigten & geloof me/ met een
113handdruk in gedachten

114t. à t.
115Vincent


top