1r:1
1Zondag avond.
2Schenkweg 138

3Amice Rappard,
4Dank het bewuste/a 1 pak ik daareven mijn
5teekeningen voor Amsterdam in. Er zijn er nu
67 in ’t geheel. Het grootste van de 2 hofjes2
7is nu geheel vlak geworden door ’t opzetten op bristol
8& is nog veel sneller van lijnen geworden. Dan de
9bloemisterij/3 daaraan heb ik gedaan datgene
10wat gij zeidet/ namelijk dien slootkant meer bestudeerd
11en het water op den voorgrond & nu komt die pas
12tot zijn regt & drukt, geloof ik, wel “lente” en
13een zachte stilte uit. En die van de timmermansloods
14uit het venster van mijn atelier/4 daarin heb ik door
15er met de pen in te werken een nieuw zwart gebragt
16& nu “schijnt het zonnetje” omdat de lichten sterker spreken.
17Heden was ik vroeg in ’t touw want ik wilde nog een
18dito maken en ging in de duinen een Vischdroogerij
19teekenen/ ook van uit de hoogte gezien5 zooals de
20timmermansloods & nu is het 1 uur s’avonds doch
21goddank de boel klaar/ en ik kan mijn
22vervaarlijken huisbaas onder de oogen zien. En dus/
23Ca ira encore_6
24Ik ben zoo blij U weder ontmoet te hebben & ’t geen ge
25me omtrent Uw arbeid mededeelt interesseert mij ten
26hoogste/ dat verzeker ik U. Zoo gaarne wenschte ik
27wij hier in de buurt bij gelegenheid nog eens eenige
28togten konden maken. Want b.v. in die vischdroogerijen
29te Schevening &c. zoudt ge zeker veel stof vinden_
30Die zijn fameus Ruysdaalachtig (ik bedoel als
31dat schilderij/ de bleekerijen van Overveen)_7 Doch
32welligt kent ge s’Hage & Scheveningen meer dan ik.
33Alleen mogt het zijn ge de “Geest/ het
34“Slijkeinde” &c_/ n.l. het Haagsche Whitechapel
35met al zijn steegen & hofjes/8 niet kent recommandeer
36ik mij om als ge weer eens te s’Hage komt daar eens
37met U heen te gaan.
 1v:2
38Ik heb nog twee houtsneden voor U gevonden/
39een van Miss Edwards9 & een van Green/ die laatste
40is vooral zeer mooi/ een verver die een
41uithangbord schildert met lui die er naar staan te
42kijken uit den tijd Louis XVI.10 Ik moet ook nog
43een mooie Rochussen dubbel hebben.
44Mij dunkt als gij er U toe zetten wilt kunt gij
45een veel mooier verzameling hebben dan ik of
46welligt hebt ge die reeds/ ik heb de Uwen nooit
47bij elkaar gezien/ alleen de kleine Durer’s & Holbeins
48& de Dumauriers & een paar anderen. Als ge iets
49interessants vindt op dat gebied houd mij er
50van op de hoogte.
51Kent gij “The wayfarers“ van Fred Walker_11
52dat is een groote ets/ een oud blind man door een
53jongen geleid op een bevroren weg met een
54slootkant met beijzeld hakhout & grind/b op
55een winteravond. Dat is zeker wel een van
56de meest sublieme scheppingen in dat genre/
57met een geheel modern eigenaardig sentiment/
58misschien minder stoer dan Durer in Ritter/ Tod
59und Teufel12 doch intiemer nog misschien en
60zeker even oorspronkelijk en opregt.
61Het is wel jammer dat de artisten hier de Engelschen zoo
62weinig kennen. Mauve b.v. raakte in enthousiasme
63toen hij van Millais dat landschap Chill October13 zag doch
64zij gelooven toch niet in de Engelsche kunst en
65oordeelen er te oppervlakkig over mijns inziens.
66Mauve zegt telkens “dat is litteraire kunst”/
67doch denkt er niet bij dat de Engelsche schrijvers
68als Dickens & Eliot & Currer Bell en van de franschen Balzac b.v. zoo
69verbazend “plastisch” zijn als ik ’t zoo mag uitdrukken/
70dat het even puissant is als b.v. een teekening van
71Herkomer of Fildes of Israels. En Dickens zelf
72gebruikte soms de uitdrukking/ I have sketched_14
 1v:3
73Ik voor mij heb evenzeer het land aan scepticisme
74als aan sentimentaliteit/ ik wil niet insinueeren
75dat de artisten hier sceptici of cynisch zijn doch
76zij geven zich er dikwijls den schijn en een zeker air van terwijl zij
77toch voor de natuur zoo serieus en geloovig zijn als
78’t maar kan. Enfin – ik betrap mij zelf dikwijls op
79dezelfde fout en verval van de weeromstuit soms
80meer in ’t sentimenteele dan mijn bedoeling is dus
81ik heb eigentlijk geen regt aanmerking te maken.
82Wat gaat er in dezen tijd veel moois weg – in den
83zin van pittoresk. Ik las onlangs een woord van
84den zoon van Chs Dickens.– hij zeide, als
85mijn vader terugkwam zou hij weinig van dat
86'London ’t welk hij beschreef terugvinden – dat “old London”
87gaat weg – wordt “opgeruimd”.15 En zoo is het hier
88te lande ook – die aardige hofjes – er
89komen rijen huizen voor in de plaats/ zeer onpittoresk,
90behalve wanneer ze in de periode van hun wording zijn/
91dan/ door de loodsen en steigers en werklieden/
92is het heel aardig. Zoo is er hier een buurt achter
93de Bazarstraat en de Laan v_ Meerdervoort
94waar ik prachtige dingen heb gezien/ terreinen die
95afgegraven werden of opgehoogd/ loodsen/ planken/
96hutten/ schuttingen &c_ &c./ al wat men maar wil_
97Wat hier ook wel aardig is zijn de volksgaarkeukens,
98en altijd altijd weer de wachtkamer 3e klasse.
99Als ik ’t niet om mijn brood doen moest/ b.v. die stadsgezigten maken/ zou ik
100in dezen tijd niets dan figuren maken doch ik heb
101daarvoor nog niemand die ze koopt en ik heb altijd
102toch de kosten van model ofschoon ik nog al eens
103iemand krijgen kan.
104Ik ben blij met dat model dat ik heb/ ik bedoel die vrouw
105die bij mij was toen gij kwaamt,16 want die leert met den dag
106en begrijpt mij. Als ik b.v. soms als iets niet vlot driftig
107word en opsta en zeg “’t deugt geen bliksem” of nog veel
108barder dingen dan neemt zij dat niet als een beleediging
109op zooals natuurlijkerwijs de meesten doen zouden
110maar laat mij tot bedaren komen en van voren af aan
111beginnen. En het vervelende zoeken naar dit of dat  1r:4
112van stand of pose/ daar heeft zij het geduld voor.
113En dus vind ik dat een schat. Heb ik de grootte van
114een figuur noodig buiten of moet ik de plaats van
115een figuurtje op een teekening zoeken die ik buiten
116maak/ b.v. zien hoe een figuur tegen een pink
117op ’t strand afkomt & waar het licht pakt/ ik heb maar
118te zeggen: wees dan & dan daar & daar en zij is er.
119Ik heb er anders praatjes over dat ik altijd met haar
120ben maar wat hoef ik mij daarom te bekommeren/
121ik heb nooit zoo’n goede hulp gehad als die leelijke???
122verlepte vrouw. Voor mij is zij mooi en ik vind er
123juist dat in wat ik hebben moet. het leven is er over
124heengegaan en smart & tegenspoed hebben haar
125gemerkt – – nu kan ik er iets mee doen.
126Als de grond niet geploegd is kunt ge er niets
127op doen. Zij is geploegd – dus vind ik meer in
128haar dan in een heele partij ongeploegden.
129Ik hoop dat gij mij eens spoedig schrijven zult
130en als gij het goedvind dan moeten we maar
132voor zooveel ons respectief werk het toelaat
132geregeld correspondeeren mits we elkaar maar
133waarschuwen als onze “praktische praatjes” in het onpraktische
134mogten vervallen, zonder over zoo’n waarschuwing
135boos te worden zoo als de Heer Tersteeg dat werd zooals
136ik U vertelde.
137Morgen hoop ik weer de duinen in te gaan naar
138diezelfde droogerijen. ik heb onlangs gelezen het
139groote werk over Millet geschreven door zijn vriend Sensier/17
140dat is zeer interessant en indien gij het niet gelezen hebt
141beveel ik het U erg aan. Er staat veel in wat Sensier
142alleen als zijnde de intieme vriend van Millet weten kon
143en men vind er bepaald nieuws in/ althans dat was
144met mij ’t geval ofschoon ik toch al verscheiden dingen over
145M. had gelezen vroeger.18 Nu adieu, met een
146handdruk_

146at_ à t.
147Vincent


86 “old < “old” It is possible that the second quotation mark should be read as an apostrophe, for ‘olde’.
top