1r:1
Waarde Theo,
Heden, Zaturdag, heb ik een bezoek gehad van Rappard & ik ben er blij om dat hij er eens is geweest. Hij vroeg ook zeer naar U.–
Hij heeft onder anderen de teekeningen gezien waaraan ik voor C.M. werk en die schenen hem te bevallen, vooral een groote van het hofje of binnenplaatsje waar de moeder van Sien woont.1 Ik wou wel dat gij die ook eens zaagt alsmede een andere van een timmermansloods en werf waar kleine figuurtjes bezig zijn.2 Van perspectief is die nog vrij wat gecompliceerder dan de Laan v. Meerdervoort die ik U zond3 en er is sjouwerij genoeg aan geweest.
Gij moet weten dat ik tegenwoordig s’morgens 4 uur al buiten zit omdat het op den dag te moeielijk is op straat te zitten wegens de voorbijgangers & straatjongens & ook het mooiste moment om de groote lijnen te zien als de dingen nog toonig zijn.
Maar kerel, het is anders een bange 14 daag voor mij geweest. Toen ik U schreef omstreeks half Mei4 had ik nog maar f. 3 of f. 3.50 toen ik de bakker betaald had. En heb zoogoed als niets anders gehad dan droog roggebrood met wat koffij & Sien ook. Omdat wij goed voor haar kindje hadden gekocht en zij naar Leiden was geweest &c.
 1v:2
Nu is 1 Junij de huishuur en ik heb niets, letterlijk niets. Ik hoop gij zenden zult.
Ik was een week geleden vreesselijk slap door aanhoudende slapeloosheid. Nu ik met eenige teekeningen voorspoed had zoodat de bestelling van C.M. zeer ver op weg is en ik daardoor weer wat goeden moed kreeg, ben ik weer wat kalmer geworden. Doch kerel, toe, schrijf mij spoedig en verlos mij van den huisheer5 want gij weet dat die van geen uitstel weten.
Het bezoek van Rappard heeft mij opgemonterd, hij schijnt terdeeg te werken.
Ik heb f. 2.50 van hem gekregen omdat hij een scheurtje in een teekening zag en zei, dat moet ge laten maken – ja wel, zei ik, maar ik heb het niet en toch moet de teekening weg. Toen zei hij dadelijk dat hij ’t mij graag geven wou en ik had nog meer kunnen krijgen doch wilde niet en gaf hem een heele partij houtsneden en een teekening er voor.6 Het was er een voor C.M. en dus was het mij hoogst welkom dat ik ze in orde kon krijgen omdat het de beste van allen was.–
 1v:3
Die zelfde teekening wordt later misschien voor f. 50 of zoo verkocht en nu – – had ik nieta om een scheurtje er in te laten repareeren.
Enfin.–
Ik hoop zoo, broer, dat gij geen kwaad denkt van Sien & mij – die meid heeft door mijn onaangenamen kant heen gebeten en zij begrijpt mij in veel dingen beter dan anderen.
Zij is zóó gewillig om in alles te helpen dat ik U niet zeggen kan hoe nuttig zij mij is, word ik eens driftig ’t zij bij ’t poseeren ’t zij over iets anders, zij weet wat er van te denken en heeft gezien dat zulks niet diep bij mij zit. Evenzoo, als ik tob of zanik over iets dat niet vlot weet zij mij dikwijls weer tot rust te brengen, wat ik mij zelf niet zou kunnen doen.–
En zij is zuinig en schikt zich naar ons stuk roggebrood als ’t moet, zonder er mistroostig om te worden. ’t Geen ik ook niet doe als wij maar rondkomen.
Ik hoop dat gij de teekeningen ontvangen hebt, door mij omstreeks 10 Mei geloof ik afgezonden, een 25tal in portefeuille,7 ik heb daar nog niets van gehoord.  1r:4 Ik wou zoo graag dat er nog een paar lui waren voor wie ik wat maken kon op soortgelijke condities als C.M. En vooral dat C.M. maar volhoudt want nu deze teekeningen zijn veel beter dan de eersten en gaandeweg zal ik er nog beteren leveren.
En tegen dien prijs kan hij er toch zeker geen kwaad mee.
Ge weet er alles van, indien gij om reden van Sien mij niet verlaat dan ben ik vol goeden moed.– En ik zit klokke 4 al aan mijn werk dus met wat sympathie van zulken die mij kennen zal ik er mij boven op werken.
Ik hoop op Uw brief – ontvang in gedachten een handdruk maar vooral, schrijf spoedig en verlos mij van den huisheer.
à Dieu.

t. à t.
Vincent

top