1r:1
1aIk geef U de vrijheid om aan
1bMauve omtrent den inhoud van dezen
1cbrief te zeggen wat gij wilt, doch verder
1dhoeft het niet te gaan.

1Waarde Theo,
2Heden ben ik Mauve tegengekomen en heb
3een zeer betreurenswaardig gesprek met
4hem gehad waarbij het mij duidelijk
5is geworden dat Mauve & ik voor altijd
6gescheiden zijn. Mauve is zoo ver gegaan
7dat hij het niet kan terugnemen/ althans
8zeker niet zou willen. Mijn verzoek
9aan hem was dat hij mijn werk zou
10komen zien en daarna spreken over
11de zaken. Mauve weigerde dat volstrekt/
12“Naar U toekomen doe ik zeker niet/
13het is glad uit”.–
14Eindelijk zeide hij “gij hebt een
15venijnig karakter”. Toen draaide
16ik mij om – het was in de duinen
17en ik ben alleen naar huis
18gewandeld.
19Mauve neemt het mij kwalijk dat ik
20gezegd heb/ ik ben artist1 – ’t welk ik
21niet terug neem omdat het van zelf
22spreekt dat dat woord in zich sluit de
23beteekenis van altijd zoeken zonder
24ooit volmaakt te vinden. Het is juist het tegenovergestelde
25'van te zeggen “ik weet het al/ ik heb het al gevonden”_  1v:2
26Dat woord beteekent voor zoover ik weet “ik zoek/
27'ik jaag er naar/ ik ben er met mijn hart bij”.–
28Ik heb toch ooren aan het hoofd Theo –
29als iemand zegt “gij hebt een venijnig
30karakter”/ wat moet ik dan doen.
31Ik keerde mij om en ging alleen
32terug maar met veel droefheid in het
33hart dat Mauve mij dat heeft durven
34zeggen. Ik zal hem niet vragen
35mij zulks te verklaren/ ik zal
36mij niet verontschuldigen evenmin.
37En toch – en toch – en toch_
38Ik wenschte dat Mauve berouw had daarover.
39Men verdenkt mij van iets... het is
40in de lucht... er steekt iets achter mij..
41Vincent houdt iets achterbaks dat het
42licht niet zien mag.. Welnu
43heeren/ ik zal het U zeggen, gij lieden
44die dan prijs stelt op vormen en beschaving
45en dat teregt mits het echt spul zij/
46wat is beschaafder/ fijngevoeliger/ mannelijker/
47eene vrouw te verlaten of eene verlatene
48zich aan te trekken.–2
 1v:3
49Ik heb dezen winter ontmoet eene zwangere
50vrouw/ verlaten door den man wiens kind
51zij in t’lijf droeg.3
52Eene zwangere vrouw die in den winter
53op straat zwierf – haar brood moest
54verdienen/ gij weet wel hoe.–
55Ik heb die vrouw genomen voor model
56en met haar gewerkt den heelen winter_
57Ik kon haar het volle daggeld van een
58model niet geven maar dat neemt
59niet weg dat ik haar huur betaald heb
60en dat ik haar en haar kind voor honger en koude
61goddank heb kunnen bewaren tot dusverre
61adoor mijn eigen brood met haar te deelen.
62Toen ik die vrouw ontmoette viel mijn oog
63op haar omdat zij er ziek uitzag_
64Ik heb haar baden laten gebruiken en versterkende
65middelen zooveel ik vermogt/ zij is veel
66gezonder geworden. Ik ben met
67haar naar Leiden geweest alwaar een
68gesticht is voor kraamvrouwen4 waar zij
69haar kraam zal uitleggen_a
69a’t was geen wonder zij ziekelijk was/ ’t kind zat verkeerd en zij heeft eene
69boperatie moeten ondergaan/ n.l. dat het kind met den forceps is moeten gekeerd
69cworden. Er is evenwel veel kans zij er toch nog goed doorkomt_ In Junij moet
69dzij bevallen.
70Het komt mij voor dat
71ieder man die het leer van zijn schoenen
72waard is wanneer hij voor zoo’n geval
73stond hetzelfde zou hebben gedaan.  1r:4
74Ik vind hetgeen ik deed zoo eenvoudig en van zelf
75sprekend dat ik meende zulks voor mij zelven te kunnen
76houden. Het poseeren viel haar moeielijk/
77evenwel zij heeft het geleerd, ik ben gevorderd
78in mijn teekenen door dat ik goed model gehad heb.
79Die vrouw is nu aan mij gehecht als een tamme
80duif – ik voor mij kan maar eens
81trouwen en wanneer zal ik het beter kunnen
82doen dan met haar omdat ik daardoor
83alleen haar verder helpen kan en anders
84zij door gebrek weer den zelfden weg zou uitmoeten
85die uitkomt op een afgrond. Zij heeft geen geld
86doch zij helpt mij geld verdienen in mijn werk.
87Ik ben vol lust en ambitie voor mijn vak
88en werk/ is het dat ik schilderen en aquarelleeren
89voor een tijd daarliet/ ’t is omdat ik te zeer geschokt
90ben door dat Mauve mij verliet/ en kwam hij
91waarachtig daarop terug ik zou op nieuw met
92courage beginnen. Nu kan ik geen penseel zien/ het maakt mij zenuwachtig.5
93Ik heb geschreven: Theo kunt gij mij
94inlichting geven omtrent de houding van
95Mauve6 – misschien geeft dezen brief
96U licht. Gij zijt mijn broer/ het is natuurlijk
97ik met U over privé dingen spreek maar iemand die
97amij zegt/ ge hebt een venijnig karakter/ met dien spreek ik dan op dat moment niet verder.
98Ik kon niet anders/ ik deed wat de hand
99vond om te doen,7 ik werkte_
100Ik meende men zou mij begrepen hebben zonder
101woorden. Ik dacht wel aan eene andere vrouw voor
102wie mijn hart klopte – doch die was van verre en wilde mij
103niet zien8 en deze – zij liep daar ziek/ zwanger/
104hongerig – in den winter. Ik kon niet anders_
105Mauve, Theo, Tersteeg, gij lieden hebt mijn brood
106in handen/ zult ge mij broodeloos maken of mij
107den rug toedraaien – ik heb nu gesproken en wacht af ’t geen
108mij verder gezegd zal worden_

108*Vincent

 2r:5
109Ik stuur U een paar studies omdat gij misschien daaruit
110zien zult dat zij mij door te poseeren terdeeg helpt.9
111Mijn teekeningen zijn “van mijn model & mij”_
112Die met de witte muts is haar moeder_10
113Aangezien ik echter over een jaar, als ik waarschijnlijk heel anders
114zal werken/ op de studies welke ik nu maak zoo conscientieus als ik maar
115kan mij moet baseeren/ zou ik deze drie althans wel weer terug willen hebben.
116Gij ziet dat ze met zorg gemaakt zijn. Heb ik later een interieur of een wachtkamer of
117zooiets dan komen deze mij te pas omdat ik alsdan ze moet raadplegen voor de details_
118Doch ik dacht dat het misschien goed was gij op de hoogte waart van hoe
119ik mijn tijd besteed. Die studies brengen mee dat zij ietwat droog gedaan
120zijn, had ik hier op effekt gewerkt zij zouden mij later minder nuttig zijn.
121Doch ik denk gij zult dit zelf wel vatten_ Het papier dat ik eigentlijk t’liefst
122zou hebben is hetgeen waarop dat voorovergebogene vrouwenfiguur11 geteekend is doch
123indien mogelijk van de kleur van ongebleekt linnen. Ik heb er niets meer van van die dikte/
124ik geloof men noemt het dubbel Ingres. Ik kan er hier niets meer van krijgen. Als gij ziet hoe die
125teekening gedaan is begrijpt gij dat het dunne ’t moeielijk kan doorstaan. Ik had er nog een klein figuurtje
126in zwart merinos willen bijdoen doch kan ’t niet rollen.12 De stoel bij het groote figuur is niet afgewerkt omdat ik daar een ouden eikenhouten stoel op wil
127brengen.


25 gevonden”. < gevonden
27 bij”.– < bij.–
top