1r:1
1Zaturdag.

2Waarde Theo,
3Uw laatsten brief met ingesloten frs 100 is
4mij in orde geworden & ik dank U van
5harte voor de toezending daarvan.1
6Zou U reeds onmiddelijk berigt van de
7goede ontvangst hebben gezonden maar ik heb
8het zeer druk gehad met een paar teekeningen
9waar ik model voor had.
10Want gij moet wel weten dat als gij het druk hebt
11zulks met mij ook het geval is & meer & meer worden zal
12omdat ik meer oog op mijn werk krijg & dus slechts
13met inspanning mij er uit losruk om te schrijven
14of den een of ander op te zoeken als het noodig
15is.
16Hetgeen mij verheugde was dat gij schrijft dat
17ge welligt reeds spoedig eens naar Holland
18komt.2 Wanneer gij nu weer eens zult
19gezien hebben ’t geen waar ik nu in den laatsten
20tijd aan bezig ben geweest dan kunnen
21we misschien nog wel meer helderheid krijgen
22omtrent de toekomst. Wanneer gij komt dan
23hoop ik dat wij eens rustig zamen op ’t atelier
24zullen zijn en ik hoop ook dat gij ’t mij vooruit
25zult schrijven omdat ik het dan met ’t model
26zoo schik dat ik dat niet neem gedurende de
27dagen van Uw bezoek.
 1v:2
28Gij schrijft nog over Pa's verjaardag/ ik
29moet U zeggen dat ik er mij zoo goed bij bevind
30van alles af te zijn/ het is mij zoo'n rust die
31ik zoo noodig heb bij mijn werk, er kan niet
32meer in mijn hoofd dan er in kan. en nu
33zie ik er zoo zeer tegen op om eene nieuwe
34correspondentie te beginnen dat ik het
35voorloopig nog stil zoo laat.– Toen ik
36nog t'huis was bekommerde ik er mij over/
37nu ’t eenmaal zoover gekomen is/ qu'y faire_
38Alles maar blaauw blaauw laten & doen als of er
39niets gebeurd was – als Pa & Moe dat
40kunnen/ ik kan dat niet – ik voel dat
41er helaas wel wat gebeurd is.–
42Als ik aan Etten denk dan krijg ik een soort rilling
43over mijn lijf net als of ik in een kerk was.
44Enfin qu'y faire & nog eens qu'y faire.–
45à Propos, ge moet ’t me niet kwalijk nemen
46Theo of denken dat ik nu aan ’t vitten ga doch
47gij hebt mij iets geschreven dat ge misschien dacht dat mij
48pleizier zou doen & het deed mij geen pleizier.
49Ge zegt dat die kleine aquarel3 ’t beste is dat ge van
50me gezien hebt – nu dat is toch niet zoo want de
51studies die gij van mij hebt die zijn veel beter
52en de penteekeningen van dezen zomer zijn ook beter
53want dat teekeningetje beteekent niets/ althans ik zond het
54U alleen om te toonen dat het geen onmogelijke affaire
55was dat ik met der tijd met waterverf zou werken.  1v:3
56Doch in die andere dingen zit veel meer
57serieuse studie & meer degelijkheid ondanks
58dat zij er nog groenezeepachtig uitzien.
59En als ik iets tegen den Heer Tersteeg
60had (maar ik heb niets tegen hem) dan
61zou het datzelfde zijn. Dat hij n.l.
62mij encourageert niet op moeielijke studie
63naar model doch veeleer op een procedé
64dat eigentlijk maar half geschikt is om datgene
65wat ik volgens mijn eigen karakter en volgens
66mijn eigen temperament uit wil drukken/ weer
67te geven.
68Het spreekt van zelf dat ik erg blij zou
69zijn als ik een teekening verkocht doch
70het doet me nog meer pleizier als een
71waarachtig artist zooals Weissenbruch van
72een onverkoopbare (???) studie of teekening zegt/
73dat is trouw & daar zou ik naar kunnen
74werken. Zie/ ofschoon het geld vooral nu
75veel waarde voor me heeft zoo blijft toch
76iets te maken wat raisonable is voor mij No 1.
77Nu/ iets dergelijks als wat Weissenbruch zei van een landschap/
78een plaggenveld/4 dat zei Mauve
79van een figuur/ n.l. een oud boertje dat bij
80den haard zit te denken of te suffen als of
81hij dingen uit ver verleden zag opdokken in
82het schijnsel van het vuur of den rook.5
83Het moge wat langer of wat korter duren maar de
84weg is toch diep indringen in de natuur.
85Il reste à être vrai/ zegt Gavarni.6 Men
86moge dan voor een tijd in pecuniaire petites miseres
87zijn/ daar komt men bovenop en de teekeningen die
88vroeger geweigerd werden verkoopt men alsdan.
 1r:4
89Nu heb ik eens aan C.M. geschreven om hem te vertellen
90dat ik hier een atelier genomen had & hij heeft mij
91teruggeschreven dat hij binnen kort te s'Hage dacht
92te komen & me dan eens zou opzoeken.
93Ik heb onlangs ook de groete gehad van mijn ouden
94vriend Wisselingh uit Londen/ die zou ook eens komen
95& het deed hem pleizier dat ik aan ’t werk was.
96Nu/ ik hoop dat het U maar lukken zal om er eens
97uit te breken want ik verlang erg naar U. Ik denk dat
98als gij nu de studies van dezen laatsten tijd zult
99gezien hebben/ ge ’t wel heelemaal goed zult vinden
100dat ik geregeld model neem. Naarmate
101ik de modellen wat leer kennen kan ik ze natuurlijker-
102wijs beter teekenen. En ik heb het nog al
103goed getroffen om modellen te vinden.
104Vandaag/ nu terwijl ik U zit te schrijven/ heb ik een
105kind dat eens een half uurtje uitrusten moet
106& dat half uurtje gebruik ik voor dezen brief.
107Nogmaals dank voor ’t gezondene en
108een handdruk in gedachten, à Dieu,

109t. à t.
110Vincent

111P.S. ik heb er nog twee studies van
112het kindje gemaakt van daag.7
113het wordt nu donker. bonsoir.


top