1r:1
112/4-81

2Waarde Theo,
3Van Pa gehoord hebbende dat er kans
4is dat gij Zondag a.s.1 te Etten zult
5komen & Pa mij schrijvende dat het
6goed zijn zou ik alsdan ook aldaar ware/
7zoo vertrek ik derwaarts heden.
8Zoodat ik hoop U weldra te ontmoeten/
9’t geen ik met groot verlangen te gemoet zie/
10ook vanwege dat ik twee teekeningen
12'geschetst heb bij Rappard/ “The lampbearers”
13en “The bearers of the burden”/2 waarover ik
14wel met U wilde beraadslagen over de verdere
15uitvoering. Om ze klaar te krijgen zal ik
16op de een of andere manier de noodige modellen
17moeten hebben & alsdan heb ik het vertrouwen
18dat er iets goeds van komt/ n.l. een paar
19composities die ik aan Smeeton Tilly3 of
20de lui van de Illustration of dergelijken kan toonen.
21Ik vertrek dus heden en meld U dit opdat
21gij niet welligt te Brussel naar mij zoeken mogt.
22Ik zou te Etten graag nog een paar schetsen
23op de hei maken/ daarom ga ik een paar dagen
24vroeger.4
25Alzoo ik hoop wij elkaar spoedig zien
26& druk U in gedachten de hand.

27Yours truly
28Vincent


12 lampbearers” < lampbearers
top