1r:1
12/4-81
2*72 Bd du Midi Bruxelles

2Waarde Theo,
3In antwoord op Uwe twee goede brieven & naar aanleiding van een
4bezoek van Pa1 waarnaar ik reeds sedert eenigen tijd verlangde
5heb ik U ’t een & ander te zeggen.
6En wel vooreerst dit. Van Pa hoorde ik dat zonder dat ik
7hiervan wist gij mij reeds geld gezonden hebt en zoodoende
8mij krachtdadig helpt om vooruit te scharrelen. Ontvang
9mijn hartelijken dank daarvoor. Ik heb het vast vertrouwen
10dat gij geen spijt hiervan zult hebben; zoodoende leer ik
11een handwerk en hoewel ik er zeker niet rijk door
12worden zal/ althans zal ik er mijn 100 francs per maand
13die men voor levensonderhoud minstens noodig heeft wel uithalen
14zoodra ik wat vaster in mijn schoenen sta als teekenaar en
15vast werk krijg.
16Zeer heeft het geen gij ons met betrekking tot den schilder
17Heyerdahl2 hebt doen weten de belangstelling gewekt/ zoowel
18van Rappard als van mij zelven.
19Daar de eerstgenoemde zonder twijfel U zelf wel
20dienaangaande zal schrijven spreek ik bij dezen alleen
21over deze kwestie in zoover als zij mij persoonlijk min
22of meer aangaat.
23Uwe opmerkingen aangaande de Hollandsche artisten/
24als zijnde het twijfelachtig of men van hun heldere
25teregtwijzing zou kunnen verkrijgen betreffende de moeielijkheden
26van perspectief &c_ waar ik mee worstel/ vind ik in zekeren
27zin vrij juist en waar. Althans ik geef het U van ganscher
28harte toe dat iemand als Heyerdahl verreweg zou te prefereeren
29zijn/ daar hij een zoo veelzijdig ontwikkeld mensch schijnt
30'te wezen/ boven zekere anderen die de gaaf niet mogten
31bezitten om hunne wijze van doen ook aan een ander te
32'verklaren en iemand de zoo noodige leiding & teregtwijzing eenigermate
32ate kunnen geven.
33Gij spreekt van Heyerdahl als van iemand die zich veel
34moeite geeft om “verhoudingen voor teekening” te zoeken/
35dat is juist wat ik noodig heb. Menig goed schilder heeft
36niet het minste begrip of bijna niet wat “verhoudingen voor
37teekening” zijn of schoone lijnen of karakteristieke
38compositie en gedachte en poesie. Toch zijn dit belangrijke kwesties die
39Feyen Perrin en Ulysse Butin en Alphonse Legros/
40om niet te spreken van Breton & Millet en Israels/ wel zeer
41ter harte nemen en nooit uit het oog verliezen.
 1v:2
42Menig Hollandsch schilder zou niets en ten eenemale
43niets begrijpen van het zoo schoone werk van Boughton/
44Marks/3 Millais/ Pinwell/ Du Mauriez/4 Herkomer, Walker, om maar
45enkele artisten te noemen die als “teekenaars”
46waarachtige Meesters zijn/ buiten & behalve hunne kwaliteiten
47in andere richting_
48Menigeen/ zeg ik/ haalt voor dergelijk werk de schouders
49op gelijkerwijs velen/ zelfs onder de schilders hier in Belgie, die toch
50beter behoorden te weten/ dat doen voor ’t werk van de Groux.
51Van de Groux zag ik deze week 2 dingen die ik nog niet
52kende/ n.l. eene schilderij Départ du conscrit5
53en eene teekening in de hoogte/ L’ivrogne/6 twee
54composities die zoo zeer geleken op Boughton dat
55ik getroffen werd door die gelijkenis als van twee
56broeders die elkaar nooit zouden hebben ontmoet en
57niettemin eensgezind zijn.
58Alzoo gij ziet dat ik Uwe zienswijze deel betreffende
59Heyerdahl/ dat ik mij gelukkig zal rekenen wanneer
60Gij mij later in relatie met dien man zoudt kunnen
61brengen/ dat ik verder niet bepaald wil doordrijven
62op ’t punt van het naar Holland gaan, althans dan
63wanneer ik ’t vooruitzigt heb op Parijs later en daar
64min of meer op rekenen mag.
65In den tusschentijd evenwel/ wat moet ik doen; wat zoudt
66gij het beste vinden. Voor een week of wat kan ik bij
67Rappard blijven werken maar dan zal deze waarschijnlijk
68vertrekken. Mijn slaapkamertje is al te klein en ’t licht is
69er niet goed en de lui zouden er op tegen hebben dat ik t’licht
70van ’t raam gedeeltelijk afsloot, ik mag zelfs mijn etsen niet
71aan den muur hangen of mijn teekeningen. Als Rappard dus
72van hier gaat in Mei dan moet ik verhuizen en zou alsdan
73zeer graag een tijd buiten gaan werken/ Heyst/7 Calmpthout/8
74Etten/ Schevening/ Katwijk of waar dan ook.
75of zelfs/ ’t geen digter bij is/ Schaerbeek/9 Haeren/10 Groenendael.11
76Evenwel bij preferentie eene plaats waar kans is om in
77aanraking te komen met andere schilders & zoo mogelijk zamen
78te wonen & te werken omdat dat goedkooper & beter is.
79De kosten van verblijf waar dan ook zijn eigentlijk minstens
80100 francs per maand/ wat men minder heeft daarvoor lijdt men
81gebrek/ hetzij ligchamelijk hetzij aan ’t onontbeerlijke materiaal
82& gereedschap.
 1v:3
83Dezen winter heb ik ± 100 fr. per maand verteerd wil
84ik rekenen/ hoewel in waarheid het maar naauwelijks zooveel
85geweest is. En daarvan heb ik een aanmerkelijk deel
86besteed aan teekenbehoeften en mij ook kleeren aangeschaft_
87Heb n.l. twee werkmanspakken gekocht van grof zwart
88fluweel/ van die stof die men meen ik veloutine12 noemt_
89Dat staat knap en men kan er zich mee vertoonen en
90bovendien doen ze mij later dienst omdat ik heel wat
91werkmanskleeren later en zelfs nu reeds noodig heb
92voor mijn modellen die ik natuurlijk als ieder ander
93noodig heb. Gaandeweg/ desnoods uit de tweede hand
94moet ik mij allerlei kleedingstukken aanschaffen/ zoowel
95'mannen- als vrouwenkleeren tot dat doeleinde.
96Maar dat hoeft natuurlijk niet alles op eens/ evenwel
97reeds heb ik een begin gemaakt & ga voort.
98Finantie kwesties zegt ge, en te regt, hebben in de wereld
99al heel wat mee & tegen gewerkt. Que soit; en
100’t woord van Bernard Palizzi blijft waar: “Pauvreté em-
101pêche les bons esprits de parvenir”_13 Maar als ik nadenk
102dan zeg ik toch/ Zou het wel zijn dat in eene familie
103als de onze waar 2 heeren van Gogh zeer rijk zijn/ en
104dat in ’t vak van kunst/ C.M. en onzen oom te Prinsenhage/14
105en waar ook gij en ik in ’t tegenwoordige geslacht ons
106’t zelfde vak hoewel in verschillenden kring hebben
107gekozen/ zou het, zeg ik, wel zijn als bij deze gegevens
108ik op de een of andere wijze niet/ voor den tijd die
109noodwendig verloopen moet voor ik vast werk als teekenaar
110krijg/ op die 100 francs per maand kon blijven rekenen.
111 Nu 3 jaar geleden heb ik over eene heel andere
112kwestie woorden gehad met Oom Cor15 maar hoeft dat
113een reden te zijn waarom voor altijd en eeuwig
114C.M_ mij zou vijandig blijven. Veel liever neem ik
115aan dat hij mij nooit vijandig geweest is en beschouw
116’t als een misverstand waar ik met pleizier de gansche
117schuld van op mij neem/ liever dan er over te vitten
118in hoever dit al dan niet mijn schuld is want voor dergelijke
119redenaties heb ik geen tijd disponibel.
120Oom Cor nu doet zoo dikwijls iets voor andere teekenaars
121en zou ’t nu zoo heel onnatuurlijk zijn als hij ook mij
122als ’t geval zich voordeed ook met der daad zijne belangstelling
123toonde. Ik zeg dit een en ander evenwel niet eens zoo
124zeer om geldelijke hulp van ZEd_ te krijgen dan veeleer
125omdat ik meen dat het niet wel zou zijn als hij zich
126gansch ongenegen zou toonen data althans goede verstandhouding
127tusschen ons zich krachtig vernieuwde. Nog op heel andere wijze
128dan door bepaald mij geld te geven zou ZEd_ mij veel kunnen helpen/  1r:4
129b.v. als dat mogelijk ware door mij nu of later met
130zulke personen in kennis te brengen van wie ik nog veel zou kunnen
131leeren. En ware het mogelijk/ mogt door ZEd. intermediair
132’t een of ander tot stand komen voor den tijd die nog verloopen
133moet voor & aleer ik te Parijs b.v. vast werk voor een of andere
134illustratieb zou krijgen. In dezen geest heb ik ook met Pa
135gesproken/ of het eenig resultaat zal geven weet ik niet
136maar ik merkte dat er over het vreemde en onverklaarbare gesproken werd
137van ’t verschijnsel dat ik zoo tobben moest terwijl ik toch
138tot die & die familie behoorde. Ik heb ook nu weer
139daarop gezegd dat ik meende dit maar van voorbijgaanden
140aard zou zijn & later teregt zou komen_ Toch kwam het
141mij raadzaam voor er eens met Pa en U over te spreken
142en ik schreef er met een woord over aan den Heer Tersteeg
143maar ZEd_ schijnt mijne bedoeling niet te hebben begrepen
144daar hij het opvatte als was ik van plan om op den zak
145van C.M. te gaan leven en dit zijne opvatting zijnde schreef
146hij mij een vrij ontmoedigenden brief en zei ik had geen regt
147op iets dergelijks. Regt beweer ik niet te hebben maar
148wensch te voorkomen dat nu of later op de ateliers over deze
149kwestie zou gesproken worden en daarom moet mijns inziens/
150althans provisoir en voor ’t oog van de wereld, in afwachting van dat men tot andere
151gedachten mij aangaande komen kan/ de goede verstandhouding
152tusschen mij en de familie zich herstellen. Wil men dat
153niet, que soit, maar dan kan ik niet verhoeden dat
154er hier en daar over zal worden gesproken. Schreef ik
155nu onmiddelijk aan C.M. of ging naar ZEd_ toe dan was er kans dat
156hij mijn brief niet las of mij wat al te stroef ontving/ ik spreek er dus eens
157over met Pa en met U omdat gij alligt terloops er eens een woordje
158over zoudt kunnen zeggen en hij mijne bedoeling niet zal
159misverstaan. ’t Is mijne bedoeling niet om geld van ZEd_ te
160krijgen/ gelijk de Hr Tersteeg verstond/ dan alleen in ’t geval hij
161na met mij gesproken te hebben fidutie & vertrouwen in mijne
162toekomst krijgt en mij met een heel ander oog mogt gaan beschouwen_
163En komt hij tot die overtuiging dan zou ik zeer zeker zijne
164hulp niet versmaden, dat spreekt van zelf en dan zou hij
165nog op heel andere wijze dan door mij geld te geven
166mij den weg wat makkelijker kunnen maken, b.v. in den tusschentijd/
167tusschen nu en ’t naar Parijs gaan. Ik schreef aan den Hr. Tersteeg
168dat het mij niet ten eenemale verwonderde dat hij mijn brief
169zoo had opgevat daar ook gijzelf in der tijd van “rentenieren”16
170had gesproken. En gelijkerwijs ik nu meen uit den toon van
171Uw brief te verstaan dat gij mijne moeielijke positie niet
172langer in dat ellendig licht ziet en dat ervaar ook door  2r:5
173Uwe krachtige medewerking/ zoo hoop ik dat ook de
174Heer Tersteeg zijne opinie gaandeweg zal veranderen_
175Te meer daar ZEd_ de eerste was om mij te helpen
176met die Bargues17 waarvoor ik altijd dankbaar zal
177blijven.
178Nu schrijft gij over een mannequin.18 Daar is geen
179bepaalden haast mee maar ’t zou mij van veel dienst zijn
180bij ’t composeeren en ’t vinden van standen/ dat voelt
181ge wel. Liever echter wacht ik wat langer en heb een
182beter/ dan spoedig een al te gebrekkig werktuig.
183Maar vooral houdt een open oog voor alle mogelijke
184platen of boeken over proportie en informeer daar
185zoo goed naar als ge maar kunt/ dat is onuitsprekelijk
186veel waard/ zonder dat kan men niet vlug eene compositie
187van figuren daarstellen. Verder/ ’t een of ander over
188de anatomie van ’t paard & schaap/ koe/ maar
189'niet met het oog op de veeartsenij maar veeleer met betrekking tot het teekenen
190van voornoemde dieren/ is voor mij zeer wenschelijk.
191Als ik U zoo om al die dingen vraag dan is het omdat
192gij alligt eens in de gelegenheid zijt zeer goedkoop
193betrekkelijk zulke bladen te vinden gelijk ik zelf er ook
194al eenigen heb gevonden/ en gij er mogelijk minder
195op zoudt letten als ik U niet had gezegd dat die voor
196mij zoo bij uitstek nuttig zijn. Als ge ooit in de gelegenheid
197waart om b.v. Bargue of Violet le Duc eens te vragen naar
198die proportiebladen/ alligt was dat het beste kantoor voor
199een dergelijk renseignement.
200Later met U zamenwonen zou ik natuurlijk heerlijk
201vinden maar zoo ver zijn we nu nog niet. Was het
202dat C.M. zich liet vinden om mij voorlopig nog ergens
203in te werken/ waarlijk ik zou ’t niet versmaden. Zelfs van
204betrekkelijk slechte artisten kan men soms veel indirect
205leeren zooals b.v. Mauve veel van Verschuur19 leerde met
206betrekking tot het in perspectief brengen van een stal en een
207wagen en de anatomie van een paard/ en toch hoezeer staat
208'Mauve ver boven Verschuur.
209Als ge soms op de Salon ’t schij van Madiol kunt recom-
210mandeeren doe het dan want er is veel moois in en
211de man zit in de penarie met veel kleine kinderen.
212Hij schildert aan een smidse die ook goed wordt en onlangs
213vond hij een oud vrouwtje dat superbe is van teekening en
214kleur vooral.20 Maar hij is erg ongelijk. Zijn krijtteekeningen
215zijn dikwijls uitmuntend.21
 2v:6
216Deze brief is wel wat lang maar ik kan hem niet korter
217maken. Als ik er over spreek dat het wenschelijk ware
218'dat althans ’t publiek maar veel liever inderdaad
219C.M_ en anderen van gedachte veranderen mij aangaande/
220dan is het omdat b.v. iemand als Roelofs niet
221weet wat van zoo’n scheeve positie te denken/ of er moet
222iets aan mij haperen of aan den anderen kant/ maar hij ziet
223there is something wrong somewhere anyhow.22
224Zoo iemand is dus wat al te voorzigtig en
225laat zich voorlopig niet met mij
226in juist op ’t moment dat het mij het meest noodzakelijk
227is raad of teregtwijzing te hebben.
228En dergelijke ervaringen zijn althans niet aangenaam/
229resteert of ik met geduldige energie voortwerkende
230al dan niet gaandeweg vorder notwithstanding. Ik meen van ja.
231Where there is a will there is a way.23
232En zou ’t mij later kwalijk te nemen zijn als ik dan
233mijn revanche nam.
234Een teekenaar teekent evenwel niet ter wille van
235revanche maar ter wille van de liefde tot het teekenen
236en die dringt sterker dan eenige andere beweegreden_
237Aldus welligt dat later nog sommige dingen teregt
238komen die nu nog niet in den haak zijn.
239Dezen winter heb ik veel houtsneden verzameld_
240Uwe Millets zijn vermeerderd met verscheidene anderen
241en ge zult zien dat uw kapitaal houtsneden &c_
242niet renteloos bij mij gelogeerd heeft. Van of naar Millet
243heb ik nu 24 houtsneden/ de Travaux des champs24 er bij rekenende.
244Maar zelf teekenen dat is de hoofdzaak en daar moet alles
245op toe werken.
246’t Goedkoopst was al ligt dat ik dezen zomer te Etten
247doorbragt/ er is daar stof genoeg. Komt U dit wenschelijk
248voor kunt ge er Pa over schrijven/ ik ben bereid mij
249te schikken in kleeding of iets anders zoo als zij dat maar willen en
250alligt liep ik C.M. dezen zomer aldaar eens tegen ’t lijf
251als hij eens naar daar of Prinsenhage mogt gaan.
252Werkelijk bezwaar bestaat daartegen niet zoover ik weet_
253Er zal altijd hetzij in of buiten de familie verschillend
254over mij geoordeeld of gesproken worden en men
255zal steeds de meest uiteenloopende meeningen hooren
256opperen.
 2v:7
260En dat neem ik niemand kwalijk daar betrekkelijk slechts zeer
261weinige menschen weten waarom of een teekenaar
262zoo of zoo doet.
263Maar boeren en burgers verdenken in ’t algemeen iemand
264die om schilderachtige plekken of figuren te vinden
265in allerlei plekken/ hoeken en gaten zich begeeft die een ander
266niet bij voorkeur opzoekt/ van zeer veel snoodheid en booze
267oogmerken waaraan geen haar op zijn hoofd denkt.
268Een boer die mij een ouden boomstronk ziet teekenen en
269mij een uur lang daar voor ziet blijven zitten denkt
270dat ik gek ben en lacht mij uit natuurlijk. Eene
271jonge dame die haar neus optrekt voor een werkman
272in zijn gelapt en bestoven en doorzweet werkpak kan zich natuurlijk
273niet begrijpen waarom iemand de Borinage of Heyst bezoekt en tot in
274de maintenages van een kolenmijn afdaalt en ook die
275komt tot de conclusie dat ik gek ben.
276Maar dat alles kan mij natuurlijk volstrekt niet
277schelen als maar gij en de Hr Tersteeg en C.M. en Pa
278en anderen met wie ik te maken heb dat beter weten
279en/ wel verre van daar aanmerking op te maken/ zeggen/
280je vak brengt dat mee en wij begrijpen waarom dat zoo is.
281Zoodat ik herhaal/ in de gegevenen is er toch eigentlijk
282geen bepaalde reden waarom ik b.v. niet als dat zoo
283uitkomt b.v. naar Etten of naar den Haag zou kunnen gaan/
284ook al wordt er wat over geredekaveld door heertjes en dametjes_
285Aangezien dus Pa bij gelegenheid van zijn bezoek mij zeide/
286schrijf maar eens aan Theo en bedistelf met dezen wat
287het beste ware en ’t goedkoopst uitkwam/ zoo zult gij mij Uwe
288zienswijze in dezen wel binnen kort willen doen weten.
289Heyst (bij Blankenberg dus aan zee) of Calmpthout zijn zeer schilderachtig/ te Etten is ook stof/
290desnoods hier ook hoewel ik dan toch verhuizen zou naar
291Schaerbeek. Schevening of Katwijk werd alligt mogelijk als C.M_
292jegens mij van gedachte veranderde en dan kon ik nog profiteeren direct of
293'indirect van de Hollandsche artisten. Wat betreft de
294kosten/ ik reken ze te bedragen op zijn allerminst ± 100 francs
295per maand/ minder is niet mogelijk/ “den dorschenden os zult ge
296niet muilbanden”_25
297Aldus wacht ik Uw nader schrijven betreffende dit een en
298ander en werk intusschen bij Rappard. Rappard heeft wel
299sommige flinke studies geschilderd/ o.a. een paar naar de modellen
300van de akademie die flink zijn aangepakt.26 Wat meer passie of
301hartstogt zou hem niet schaden/ wat meer zelfvertrouwen en
302wat meer durven. Iemand zei mij eens Nous devons faire
303des efforts de perdus/ de désespérés_ Voilà ce qu’il
304ne fait pas encore.27 Zijn teekeningen met de pen/ landschap/28
305vindt ik zeer geestig en bevallig/ ook daarin nog wat meer passie
306evenwel gaandeweg s.v.p. En nu neem ik afscheid met
307een handdruk in gedachten en blijf

307*t.t.
308Vincent

257Ik zend U drie krabbelingen die nog onhandig zijn maar waaruit ge hoop ik toch zien zult dat het gaandeweg
258beter wordt/29 ge moet in aanmerking nemen dat het nog niet lang is dat ik teeken/ al heb ik als jongen wel eens kleine
259schetsjes gemaakt. En dat bovendien dezen winter het bij mij hoofdzaak was strenge anatomische studies te maken en niet eigen composities_


30 boven < dan The combination ‘prefereren boven’ also in letter 170.
32 a te kunnen < kunnen
95 mannen- < mannen
189 met betrekking tot < met betrekking
208 Verschuur. < Verschuur. A
218 ’t publiek < voor ’t publiek
293 betreft < betreffen
top