1r:1
Waarde Theo,
Van Pa en Moe hoorde ik dat zij verrast zijn onlangs door een bezoek van U,1 juist toen Pa van hier terug was gekomen. Zeer blijde ben ik dat Pa hier is geweest.2 Bezochten zamen de 3 predikanten van de Borinage3 en wandelden door de sneeuw en bezochten een mijnwerkersgezin en zagen de kolen naar boven halen uit eene mijn genaamd Les trois Diefs (de drie aardhoopen)4 en Pa woonde twee bijbellezingen bij zoodat wij in die paar dagen heel wat hebben gedaan. Ik geloof dat Pa een indruk van de Borinage heeft gekregen die Hij niet ligt vergeten zal zooals het zou zijn met een iegelijk die deze eigenaardige merkwaardige en schilderachtige landstreek zou bezoeken.
Het is lang geleden sedert ik U schreef, mogt het mij met Gods zegen gelukken hier op reede te komen dan moest Gij ook eens naar hier komen, mogelijk als Gij weer eens naar Parijs moet of het aan de reis voor de zaak vastknoopen.
Dezer dagen vond ik bij een reeds bejaard man die vele jaren in de mijnen heeft gewerkt eene lijst van al de steenkolenaders ten zuiden van Mons, die zijn tot 155 in getal.5 Iederen dag meer trekt het land en volk mij hier aan, men heeft hier een oud gevoel als op de hei of in de duinen, er is iets eenvoudigs en goedhartigs in de menschen. Die hier van daan gaan hebben het heimwee naar hun land gelijkerwijs omgekeerd vreemdelingen die het heimwee hebben hier t’huis mogten geraken.
 1v:2
Hoe maakt Mauve en Maris het, hebt gij veel gezien in den laatsten tijd. De lente die begint zal de stof voor onderwerpen vernieuwen en veranderen, en wat heeft Israels dezen winter gemaakt. Wat zouden zij hier veel opmerken dat hen zou treffen. Als de kar met een wit paard (l’blanc ch’val) een gewonde t’huis brengt uit de mijn dan ziet men dingen die aan de schipbreukeling van Israels6 denken doen en zoo is er telkens iets dat aangrijpt.
Schrijf eens spoedig een woordje en weet dat als gij iets vertelt van de schilders ik er nog wel iets van begrijp al is het lang geleden sedert ik veel schilderijen zag.
Heb een klein huisje gehuurd waar ik wel geheel en al zou willen wonen maar dat nu, daar Pa en ook ik zelf beter vindt dat ik bij Denis woon, alleen voor werkplaats of studeerkamer dient.7 Daar heb ik nog prenten aan den muur en van allerlei.
Ik moet er op uit om zieken zoowel als gezonden te gaan bezoeken. Schrijf eens spoedig en heb het zoo goed mogelijk.
Groet Mauve als Gij hem ziet en uwe huisgenooten.
De lente begint want men hoort hier nu de leeuwerikken en in het bosch beginnen de takken en knoppen uit te spruiten, vooral de elzen, maar toen Pa hier was was alles wit besneeuwd zoodat Pa nog het eigenaardig effekt van de zwarte Charbonnages en de vele zwarte schoorsteenen heeft gezien in de sneeuw. Er zijn hier veel plekken die denken doen aan die teekening van Bosboom, Chaudfontaine.8
A Dieu, een handdruk in gedachten en geloof mij steeds

Uw liefh. broer
Vincent

top