1r:1
1Amsterdam 10 Februarij 1878

2Waarde Theo,
3Het is Zondagavond, en ik wil weer eens een woordje schrijven, want ik verlang ook niet weinig
4om ook van U weer eens een brief te krijgen, schrijf maar weer eens spoedig, zoo dikwijls
5ben ik in gedachten bij U. Hartelijk hoop ik dat Gij een goeden zondag hebt gehad.
6Zoo als Gij weet is Pa hier geweest1 en zeer blij ben ik daarom/ wij gingen zamen naar Mendes/
7Oom Stricker/ Oom Cor/ Vos en Kee en de beide families Meyes en de aangenaamste
8herinnering aan Pa’s bezoek is nog die morgen die wij zamen doorbragten op mijne
9studeerkamer met het nazien van werk en met het spreken over allerlei zaken.
10Gij kunt U denken dat die dagen omvlogen en toen ik/ na Pa naar ’t station
11te hebben gebragt en den trein te hebben nagezien zoolang die in het gezigt was
12of ook zelfs maar den rook/ weer terug kwam op mijn kamer en daar Pa’s stoel
13nog stond bij het tafeltje waarop de boeken en schriften nog lagen van den
14vorigen dag, al is het ook dat ik weet wij elkander toch betrekkelijk spoedig
15zullen weerzien, ik kreeg het kwaad als een kind.
16Gij zult wel reeds gehoord hebben dat Mendes ook op Pa een gunstigen indruk
17maakte. Bij Oom Cor zagen wij s’avonds nog teekeningen en boeken/ o.a_
18den Bijbel van Dore2 en Le livre de Ruth en Histoire de Joseph van Bida_3
19Was heden morgen in het Engelsche kerkje4 en ontmoette daar bij het uitgaan
20van de kerk Wierda die er ook was geweest. Wij wandelden een eind zamen
21en hij vroeg mij of ik zijne kamer eens wilde komen zien/ hij woont in de
22Weteringstraat/5 een minuut of 10 van de Leidsche straat. Ik zeide hem dat
23reeds sedert lang ik had verlangd die kamer te zien en waar en hoe hij woonde
24en ging dus mede en bleef na het koffijdrinken tot zoowat 3 uur bij hem en zag
25zijne boeken en hoorde het een en ander uit zijn leven, waar hij vroeger was
26geweest enz_/ eerst is hij te Bolsward6 geweest/ toen te Haarlem en toen hier. Hij
27heeft wel gewerkt in zijn leven en zal dat nog wel blijven doen en het niet ligt
28opgeven. Toen t’huis nog een stuk uit Caesar vertaald7 en van middag bij Oom
29Stricker, daar kom ik nog al eens nu Oom8 niet in stad en het hier in huis sedert
30Pa’s vertrek weer eenzaam is. Zij gingen vanavond naar Vos, die is nog niet beter_
31Ik moet U nog feliciteeren met Pa’s verjaardag9 al is die reeds voorbij/ het zal wel een
32goeden dag zijn geweest nu ook Anna er was, ik ben verlangend naar een
33brief van t’huis om te hooren hoe dien dag is gevierd. Anna is wat ongesteld geweest
34en was nog niet geheel beter/10 schreef zij in een brief dien Pa hier ontving. Misschien
35heeft Pa U den brief van Moe voorgelezen die Zij schreef terwijl Pa hier was, daar
36stond in van een bezoek bij een zieke als of het uit Adam Bede11 was.
 1v:2
37Het mist hier vandaag/ gelukkig trof Pa goed weer zoodat wij nog al hebben
38geloopen.─
39Ik help U nog eens onthouden dat stuk van Jules Breton/12 niet dat het haast heeft maar
40denk er om bij gelegenheid.
41In Maart zult Gij waarschijnlijk immers weer de reis doen13 en ook weer naar
42hier komen?
43Dingsdag komt Oom Jan naar alle gedachten weer terug.
44Gij zult wel veel te doen hebben in ’t begin van ’t jaar zooals bijna alle menschen.
45Daarover gaf Wierda zijn hart ook eens lucht dezen morgen_
46Voor mij begint het ook hoe langer hoe meer van ernstigen aard te worden
47naarmate het examen digter bij komt.14 ik zal blij zijn als het
48s’morgens wat vroeger licht wordt en wij beginnen daaraan
49reeds te wennen.
50Heeft Pa erom gedacht U die photographie naar Maris15 te geven_ De
51houtsnee naar v. Goyen/ Dordrecht/ hangt er voor in plaats, ging onlangs
52dat schilderij nog eens zien hier op het museum/ dat is toch door en
53door goed.16 Ik zou met U als gij weer hier komt nog wel graag
54de etsen van Durer hier op het museum17 ook nog eens doorzien zooals
55wij het de vorige keer met die van Rembrandt deden.18
56Het zal in deze grijze dagen te Scheveningen wel mooi zijn/ gaat gij
57er nog al eens heen_ ’t Zal er misschien zoo zijn als op dat schij van Ruysdael
58op het museum in den Haag. Hebt gij daarvan de lith. die indertijd in
59de Kunstkronijk heeft gestaan,19 die is wel goed.
60Hoe gaat het bij Mauve/ ik hoop voorspoedig_ Zijt Gij er in langa geweest?
61Tegenwoordig krijg ik van Oom Stricker ook eens of tweemaal s’weeks
62les/ dat is winst_ Oom is er zeer ver in en ik ben blijde hij tijd heeft kunnen
63vinden om het te doen.20
64Nu jongen/ een hartelijken handdruk in gedachten, ik ga aan mijn
65werk/ groet Uwe huisgenooten en ook Mauve als Gij hem tegenkomt/
66heb het zoo goed mogelijk en schrijf eens spoedig, ook met de
67verjaardag van Anna/ al is die nog in ’t verschiet/ geluk gewenscht21
68en geloof mij steeds

69Uw liefh. broer
70Vincent

71Nacht jongen/ ’k heb tot 12 uur zitten schrijven/ een handdruk in gedachten.─


top