1r:1
1Amsterdam 9 Januarij 1878

2Waarde Theo,
3Zoo heel graag zou ik weten of Gij weer beter zijt en ik schrijf u maar eens spoedig/ ook om U te vragen
4desnoods per briefkaart dadelijk te schrijven of Gij weer in uw normalen toestand zijt.1
5Ben hier Maandag avond goed en wel aangekomen2 en vond de familie van Oom Cor
6bij Oom Jan aan het kaartspelen. Toen Oom Cor hoorde dat Oom Cent reeds zoo spoedig
7dacht te vertrekken is Hij nog eens naar Prinsenhage geweest om Oom nog eens te
8zien.3 Hij is heden teruggekomen en heeft voldoening van zijne reis gehad, had
9nog gesproken met den dokter te Prinsenhage en die zeide er voor Oom Cent toch
10geen onmiddelijk gevaar was, had ook Pa en Moe beiden gezien en die zijn wel;
11gelukkig al dat preeken Pa dus niet is opgebroken.4
12Was gisteren bij Oom Stricker, Paul is vertrokken met het schip de Liberaal, van Paul
13zelf hebben zij in geruimen tijd geen woord schrift ontvangen maar de Hr Scheffer
14schrijft hij in beterschap toeneemt, mogen zij hem maar zoo spoedig mogelijk
15terugzien.─
16Ben Dingsdag morgen weer met het les nemen begonnen, ben van plan om al die themas
17die ik gemaakt heb nog eens over te maken
17avoor zooveel ik ten minste bij mijn ander werk er tijd voor vinden kan,
17dat raadde Pa mij, want is men eenmaal
18zeer vast in de beginselen en werkwoorden &c_ dan schiet men spoedig op met het
19vertalen. Als het s’morgens wat vroeger licht wordt en wat minder koud en ik dus vroeg
20kan beginnen zal ik er wel tijd voor vinden_ Als men van s’morgens vroeg tot s’avonds
21aan iets werkt kan men er in eenige maanden toch heel wat van doen en dus
22hoop ik tegen October klaar te zijn voor het examen.
23Zag heel wat goede teekeningen bij Oom Cor, ook een nieuwe van Rochussen/
24eene soiree van diplomaten, zeer knap.5 hedenavond geeft Mauve die
25kunstbeschouwing in Arti,6 zou die wel gaarne bijwonen, maar ik heb toen wij
26s’avonds bij hem waren toch waarschijnlijk reeds velen van de teekeningen gezien_7
27Oom Cor had ook een zeer aardig Schij van Valkenburg/ een boerenbinnenhuis
28met vier kleine figuren.8
 1v:2
29Le four van Th_ Rousseau9 en de Rijswijksche trekweg van Weissenbruch10 die
30ik van U heb zal ik ophangen.─ Het spijt mij ik nog niet met een lateren
31trein uit s’Hage ben gegaan/ dan waren wij nog wat langer zamen geweest
32maar nu hoop ik U weer te zien als Gij de reis weer doet in het voorjaar_11
33Laatst ben ik nog eens terug geweest bij Hillen/ had hem de vorige keer toen ik hem
34bezocht een paar van die Christus Consolator en pendt, zooals ik er van U heb gekregen,12
35gegeven en die hingen nu reeds op zijne kamer want hij had ze zelf onder
36glas gebragt, ik ben blij dat zij daar hangen. Het schemerde reeds toen
37ik er kwam en hij liet mij ook zijne huiskamer zien/ het ziet er daar
38werkelijk aardig uit en het is een goed huis om te onthouden; hij is een
39man dien men wel vertrouwen kan want hij is zeer eenvoudig en hij doet zijn
40werk goed en heeft er reeds zeer lang in volhard, ik zal blij zijn als
41ik ook zoo ver ben.─
42Het is hier dezer dagen geducht koud en van morgen lag er sneeuw/ ’t is maar
43goed Oom Cent weg is (want heden 3 uur is hij vertrokken om van avond te Parijs
44te zijn.─)
45Denk er om als Gij bij Mauve komt om hem dat stuk van Jules Breton/ Le laboureur13 te
46vragen en stuur het als Gij het hebt.─
47C.M. vroeg mij of ik de Phryne van Gerome14 niet mooi vond en ik zeide ik
48heel wat liever eene leellijke vrouw van Israels of Millet of een oud vrouwtje
49van Ed_ Frère zag, want wat beteekent eigentlijk zoo’n schoon ligchaam als die Phryné/
50dat hebben de dieren ook/ misschien meer dan de menschen maar eene ziel zooals er
51leeft in de menschen die Israels of Millet of Frère schilderen hebben de dieren niet
52en is niet het leven ons gegeven om rijk te worden in ons hart ook
53al lijdt het uiterlijk daaronder. voor dat beeld naar Gerome voel ik voor
54mij maar bitter weinig sympathie want ik zie geen een kenteeken van verstand
55er aan en een paar handen waaraan men zien kan dat zij gewerkt hebben
56zijn mooier dan zulke als men aan dat beeld ziet.
57En nog veel grooter is het onderscheid tusschen zoo’n mooi meisje en een man
58als Parker15 of Th. à Kempis of zoo als die Meissonier16 schilderde en evenmin als
59men twee heeren kan dienen kan men van zoo zeer verschillende zaken
60houden en voor beiden gevoel van sympathie hebben.─
61En toen vroeg C.M. of ik dan geen gevoel zou hebben voor eene vrouw of voor een
62meisje dat mooi was maar ik zeide ik meer gevoel zou hebben en liever zou
63te doen hebben met een die leelijk of oud of verarmd of op de eene of andere
64wijze ongelukkig was en door levenservaring en ondervinding of verdriet verstand
65en eene ziel gekregen had.
 1v:3
66Er was bij C.M. ook een mooie teekening van Maris/ stadsgezigt met water
67op den voorgrond en een groote lucht/17 gij zult die wel kennen.
68Oom Jan en Oom Cor laten U hartelijk groeten, Oom Jan is weer beter/ Gij weet
69dat Hij met de Kerstdagen niet wel was.
70Schrijf dus eens spoedig, en heb het zoo goed mogelijk, & zeg Uwe huisgenooten
71goedendag. Daarjuist een goeden brief van Pa, t’huis alles wel, à Dieu/
72ontvang in gedachten een hartelijken handdruk en geloof mij steeds

73Uw liefh. broer
74Vincent


top