1r:1
Amsterdam 21 October 1877

Waarde Theo,
Wil zorgen dat Gij weer spoedig een woordje ontvangt, gisteren een goede brief uit Etten waaruit ik vernam dat Gij reeds daar waart geweest & Zaturdagavond werd terugverwacht, om ook Zondag t’huis door te brengen. Dus zijt Gij er waarschijnlijk ook op ’t oogenblik en het zal wel een goeden Zondag zijn.
Was heden morgen in de vroegkerk (Noorderkerk),1 wandelde daarna de stad wat door, de grachten zijn eigenaardig mooi nu de bladeren aan de boomen de herfstkleuren hebben, en ging toen naar de Engelsche kerk2 en hoorde eene zeer goede preek over “Take no thought (for your life) saying, What shall we eat? or What shall we drink? or Wherewithal shall we be clothed?
For after all these things do the Gentiles seek: for your Heavenly Father knoweth that ye have need of all these things. But seek ye first the Kingdom of God, and His righteousness; and all these things shall be added unto you, Take therefore no thought for the morrow, for the morrow shall take thought for the things of itself. Sufficient unto the day is the evil thereof”.3 En ook sprak hij over het voorafgaande “Behold the fowls of the air”4 & Consider the lilies of the field.5 Er was een vrij talrijk en aardig gehoor. Ik houd veel van dat kerkje en waarschijnlijk heeft menigeen daar herinneringen aan dingen & plaatsen die ook mij niet vreemd zijn.─
Hebt Gij ooit gezien of gelezen het boek van Esquiros, La vie Anglaise (of L’Angleterre & la vie Anglaise?),6 ik niet maar mij dunkt dat moet een interessant boek zijn.
Denk eens als Gij tijd en lust hebt aan dat bewuste stukje van Jules Breton7 & aan dat andere van Michelet.8
Oom Jan gaat morgen naar Leiden, vandaar naar Middelburg en naar alle waarschijnlijkheid ook nog even te Prinsenhage9 waar Pa Oom misschien nog wel ontmoet.
Hebt Gij het goed gehad op reis? Schrijf spoedig eens een woordje, het was eene heerlijke verrassing toen Gij dien avond hier kwaamt.10 (NB. de Jufvrouw aan het station had zich reeds eenigzins verwonderd over ons overhaast vertrek.) Het was aardig wij Mauve daar nog zagen. T’huis komende heb ik nog een heelen tijd zitten werken.─ Dat is nu alweer 8 dagen geleden, de dagen vliegen om.─
 1v:2
Wat is die gravure naar Ary Scheffer, Les saintes femmes au tombeau du Christ11 toch mooi, ik ben zoo blij dat ik die heb, vooral die oude vrouw, dat is het.─12
Hebt Gij soms nog iets opgedaan onderweg voor Uw plakboek?13 ga daar maar mee voort, want dat is iets zeer goeds.
Dezen morgen zag ik den minister van Marine, Taalman Kip,14 die bij Oom een bezoek bragt en hier koffij dronk, wat is er veel karakter in dat gezigt en in die grijze oogen, onwillekeurig deed Z.E. mij denken aan den ouden Heer Goupil,15 of iemand als Guizot.16
Het is goed zulke gezigten te onthouden want dat is voedsel voor de ziel.─ Waarom weet ik niet maar, de geheele week heb ik gedacht aan dat schilderij en die ets er naar van “Un jeune citoyen de l’an V” van Jules Goupil.17 Het schij zag ik te Parijs,18 onbeschrijfelijk mooi en onvergetelijk. Wat vormen die vele Fransche schilderijen over de dagen van de omwenteling19 zooals Les Girondins20 & Dernières victimes de la Terreur21 & Marie Antoinette22 van Delaroche & Muller en die bewuste Jeune Citoyen en andere schijen van Goupil23 en dan Anker24 & zoo vele anderen een schoon geheel met vele boeken zooals die van Michelet25 & Carlyle26 & ook Dickens (Tale of two cities).27 In dat alles te zamen is wel iets van den geest die is die van de Opstanding en het Leven, die zal leven al schijnt het ook gestorven28 want het is niet gestorven maar het slaapt.29
Zoo graag zou ik veel lezen maar mag niet, maar eigentlijk behoef ik er niet naar te verlangen, want alle dingen zijn in het woord van Christus ─ volmaakter & heerlijker dan in eenig ander woord. Die bewuste ets van Jules Goupil hing te Londen zeer langen tijd op mijn kamertje in de dagen toen ik zeer vervuld was met Michelet en andere Fransche schrijvers, nu geloof ik heeft Harry Gladwell die ets. Had een kort briefje van hem sedert hij terug is in Parijs, zou op een dag als heden nog wel eens in de schemering langs de Seine op de hoogte van Notre Dame30 met hem willen wandelen. Parijs is zoo verrukkend schoon in den herfst en dat plekje niet het minste. Wat zullen de winter Chrysantecumsa te Londen mooi zijn in de tuintjes & die bloeien daar den heelen winter door.─
 1v:3
Hebt Gij soms plannen voor den winter om nog de een of andere boeken te lezen “coûte qui coûte”. Soms is het wel goed eens door te zetten en aan te pakken. Oom Jan heeft ook heel wat gelezen, en er zijn zeer vele dingen31 in Hem. Eene geestverwantschap en gehechtheid en liefde als die tusschen Pa en Oom, dat is eene goede vrucht32 van het leven en al smeult dat heilige vuur ook nu en dan door de zorgen & dagelijksche dingen, soms flikkert het helder & schitterend & heerlijk op. Zooals b.v. dien avond toen die twee zamen naar de Hoeve gingen verl. winter.─

De top van den Hekla is wit van de sneeuw,
Maar ’t vuur in zijn binnenst gloeit eeuw aan eeuw,
o Gij, schoon het wintere op ’t grijzend hoofd,
De Liefde, Gods vlam, is in ’t hart niet verdoofd.─33

Wat dat beteekend hebben wij wel gezien en weten wij wel iets van. Zulk een vuur van Geest & Liefde is eene Kracht Gods34 tegen de donkere en kwade en vreesselijke dingen van de wereld & de schaduwzijde van het leven, het is eene kracht der Opstanding35 sterker dan den dood, en een licht van hoop dat eene bewustheid en verzekering geeft op den grond en in het geheim van het hart waarvan de uitdrukking is het Woord dat wel eenvoudig is maar niet weinig zegt: ik wanhoop nooit.─36
Nu jongen, ik heb nog te werken en moet eindigen, heb het goed, heb zegen en God geve U en mij en ons allen het leven dat meer is dan het voedsel,37 het leven van het doen van het Woord Gods. Zoek maar in de kunst en in de boeken of Gij ook iets vinden mogt, er staat, Zoekt en gij zult vinden,38 en, Zoo iemand wijsheid van noode heeft, dat hij die van God begeere.─39 En die hebben wij noodig.─ Hoe gaat het met Caroline. Doe er mijne groete en doe die ook aan Uwe huisgenooten en als het te pas komt bij Mauve en bij de Hr Tersteeg.
In gedachten een hartelijken handdruk en geloof mij

Uw liefh. broer
Vincent

Het portret van Johan van Gogh40 heeft wel iets van die Jeune Citoyen.─
Het doet mij ook al weer denken aan “droevig maar
altijd blijde”,41 dat woord kan men opmerken in veel dingen.

 1r:4
Groeten ook van Oom Jan.

top