1r:1
1Dordrecht 23 April 1877

2Waarde Theo,
3Uw brief van 21 April ontving ik, dank voor Uw spoedig
4schrijven ─ en die brief heeft mij een gevoel van vreugde
5gegeven zooals de vrouw moet gehad hebben die haar
6penning terugvond/1 n.l. Gij schrijft dat het lessenaartje
7van Tante Koos2 met de brieven van Pa en Moe, bij gelegen-
8heid van het schoonmaken, bij Roos is gevonden.─3
9Wat heb ik er met angst en zorg verl. jaar naar gezocht in de ver-
10beelding zijnde ik het mede had genomen naar Engeland
11en dat het was blijven staan in één van de huizen waar
12ik te Londen geweest ben.─ Het is heerlijk dat het is
13teregtgekomen, ik ben er zoo dankbaar voor, bewaar
14het voorloopig nog maar, te Amsterdam als ik “op weg”4 ben
15zal ik het noodig hebben.─
16Nu herinner ik mij zeer goed het bij Roos te hebben
17achtergelaten bij mijn vertrek naar Engeland, omdat
18er niet veel ruimte in mijn koffer was en ook omdat ik
19meende het ginder veiliger zou zijn dan wanneer het mee
20ging trekken in den vreemde.─
21Het is mij als het ware een nieuw bewijs, en een wenk
22zooals ik er meer in den laatsten tijd meende op te  1v:2
23merken/ dat ik zal zegen hebben op mijne pogingen/ dat
24het mij goed zal gaan en de zaak die ik zoo vurig begeer
25mij zal gegeven worden ─ er wordt iets van het oud ver-
26trouwen5 in mij levendig dat mijne gedachten zullen
27bevestigd worden6 en een vasten geest vernieuwd7 en
28de ziel hersteld in het oud Geloof. Alleen ik doe eene keuze voor mijn leven_ Zet ook Gij Uw hart
28aen zin vast op iets goeds, op eene goede zaak, en begeer ze van den Heer.─8
29Oom Jan is te Etten geweest en heeft gezegd dat mijn
30kamertje reeds gereed was9 ─ de Heer Braat is met iemand
31in besprek dus in Mei zal ik waarschijnlijk de hand
32aan den ploeg slaan.─10
33Op dat kamertje zullen de prenten die ik van U heb/
34hangen en zal ik daardoor dagelijks aan U herinnerd
35worden ─ onder dat naar Rosenthal/ dien monnik/11 heb ik geschreven
36“Neem mijn juk op u en leer van Mij dat ik zachtmoedig ben
37en nederig van hart en gij zult rust vinden voor Uwe
38ziele, want mijn juk is zacht en mijn last is ligt.12 Zoo wie
39achter Mij wil komen die verloochene Zich zelven en neme
40zijn kruis op en volge Mij13 ─ in het koninkrijk der Hemelen14
41trouwen zij niet en worden niet ten huwelijk gegeven”.─15
42Onder de pendant: l’imitation de Jesus Christ (naar Ruyperez)16
43schreef ik wat wij Pa hoorden zeggen: “Heer ik zou zoo graag
44ernstig zijn”.─17
 1v:3
45Dezen morgen hoorde ik eene zeer mooie preek van
46Ds Keller van Hoorn over “En dat gij van jongsaf de
47schriften geweten hebt”/18 dezen middag waren Gorlitz/
48Mager/ ten Broek19 en ik op het museum om de Scheffers
49te zien ─ die zijn toch schoon. Schreef ik U reeds
50Gorlitz naar Etten is geweest om te solliciteeren naar
51de onderwijzersbetrekking die daar aan de Leur vacant is.─20
52Hij kwam terug vervuld met alles wat hij daar had
53gezien_ Pa had gepreekt over Jakob die in het veld sliep
54te Bethel,21 en het had hem alles zoo getroffen_
55Ik zou hem gunnen dat hij die plaats kreeg, dan
56zou hij denkelijk wel spoedig trouwen.─
57Verl. week had ik een brief van Harry Gladwell zelf.─
58Hem is iets overkomen, ja wel eenigzins anders maar toch
59van den zelfden aard van wat U overkwam, en hij is
60daar in gevaarlijke omgeving ─ de vogelvangers22 zijn er
61velen en slim.─ Hoop spoedig iets naders te vernemen en
62wij spreken er nog wel eens over.─
63Van Taines leven weet ik weinig/ ik veronderstel hij
64veel heeft gereisd in Frankrijk/ Italie/ Engeland en
65Holland ook, dat zou men uit zijne schriften opmaken_23
66Hij is wel een artist.─ Het 1o boek van Burger/ Musées/
67heb ik zelf nog.─24
 1r:4
68Nu Theo, heb een goeden Zondag van daag. Als ik
69naar Amsterdam ga hoop ik U nog te zien_
70Voor een “zaaijer des woords”25 zoo als ik hoop te worden
71zal ook wel/ even als voor den zaaijer van het koren
72op het veld/ wel iederen dag genoeg blijven hebben aan
73zijn eigen kwaad26 ─ en de aarde velerlei doornen
74en distelen voortbrengen27 ─ laat ons elkander
75maar tot steun blijven en naar broederliefde
76zoeken.─
77à Dieu, groet uwe huisgenooten en ontvang een hand-
78druk in gedachten en geloof mij steeds

79Uw liefh. broer
80Vincent

81Het regent hier vandaag en
82men zou zich kunnen verbeelden
83te Londen te zijn. Maar wat wordt
84het alles groen buiten/ dezen morgen
85gingen Gorlitz, ten Broek en ik reeds
86vroeg wandelen. Is het in de Scheveningsche
87boschjes28 ook niet mooi_ Zouden wij daar
88nog eens zamen wandelen en aan het strand.─
89ik hoop het!─ Als ik dezen op de post breng hoop ik dat paadje
90achter het station nog eens te gaan waar wij zamen wandelden.29


top