1r:1
Dordrecht 8 Maart 1877

Waarde Oom,
Toen Pa onlangs hier was1 deelde Hij mij mede dat U gevraagd had of Theo en ik eens een dag bij U zouden kunnen komen.–
Niet weinig verlang ik er naar om U en Tante eens weder te zien en te spreken en wilde U daarom vragen of het U zou gelegen komen als Theo en ik aanst. Zondag met den eersten trein uit s’Hage gingen om tot s’middags of s’avonds bij U te blijven.–
Theo moet spoedig op reis2 en als wij het nu niet doen komt er misschien in lang niet van.
Het was een heerlijken dag laatst toen Pa hier was, wij hebben zamen gewandeld en zijn nog op het museum geweest om de schilderijen van Scheffer te zien. Het gaat mij hier goed, er is in ’t begin van ’t jaar veel werk aan den winkel zoodat ik er s’avonds tot 12 of 1 uur ben.–
Het is mij goed weer in Holland te zijn, alleen was het werk ginder3 met al de moeite en innige teleurstelling er aan verbonden mij lief en is dat nog – en ben ik door de teleurstelling en voor ditmaal betrekkelijke mislukking innig aan verbonden.–
 1v:2
Het is heerlijk dat Anna ook weer dadelijk eene betrekking heeft gevonden, ik hoop maar zij het er goed zal treffen.4
In geval U goed vindt dat Theo en ik aanst. Zondag komen, schrijf dan s.v.p. nog aan een van ons een briefkaart en geloof mij intusschen na hartelijke groete aan U en Tante

Uw liefh. neef
Vincent

Reeds vroeger zou ik U hierover hebben geschreven indien niet Pa eerst gisteren mij gevraagd had aanst. Zondag te gaan.–5

top