1r:1
Ramsgate 1 Mei 1876

Waarde Theo,
Dank voor Uw brief, en voor het plaatsen van de advertentie.─ Het zou wel goed zijn die nog eens te plaatsen. De postwissel was immers in den brief?
Gisteren middag waaide het hier zóó dat Mr Stokes de jongens niet wilde laten uitgaan.─ Echter heb ik permissie gevraagd voor 6 van de oudste jongens en mijzelven, om toch nog een eindje te gaan wandelen. Wij gingen naar het strand; de zee was hoog en het was een toer om tegen den wind in te loopen. Wij zagen de reddingsboot, gesleept door eene stoomboot, terugkomen van een tocht naar een schip dat een heel eind verder op eene zandbank was gestrand;1 doch men bracht niets mede.
Dat schilderij van Willems ken ik heel goed;2 die teekening van Mauve waarover gij schrijft  1v:2 zal mooi zijn.3 Komt gij wel eens bij hem op het atelier?4
En nu vraagt gij wat ik de jongens al zoo moet leeren; vooral Fransch, beginselen, één is er aan het Duitsch begonnen, en verder van allerlei zoo als sommen, lessen overhooren, dicteeren &c. Voorloopig is dat dus zoo moeielijk niet om die lessen te geven, maar om te maken de jongens ze leeren zal moeielijker zijn.─
En nu is het vandaag uw verjaardag, in gedachten druk ik U de hand en van harte wensch ik U nogmaals zegen en het beste toe.─
Natuurlijk moet ik buiten de schooluren zoowat het opzigt over de jongens houden en mijn tijd is dus nog al bezet en zal dat zeker nog meer worden. Verl. Zaturdag avond heb ik een stuk of 6 van de jongeheeren gewasschen; dit was echter meer uit liefhebberij en omdat het zoo te pas kwam om op tijd klaar te zijn dan dat ik het moest doen.─ Ook heb ik geprobeerd hen aan het lezen te krijgen, ik heb nog al een en ander dat voor hen geschikt is, “the wide wide world”5 &c. &c.
En nu goedendag, dank voor Uw brief, voor het plaatsen van de advertentie, en voor het toezenden van de courant,6 en steeds

Uw liefh. broer
Vincent

 1v:3
Gij ontvangt dezer dagen een paar Engelsche gezangboekjes, ik zal daarin een en ander aanstreepen. Er is zoo heel veel moois in, vooral wanneer men ze hier reeds dikwijls heeft gehoord houdt men er zoo van.─

top