1r:1
1Ramsgate 17 April 1876.

2Waarde Theo,
3Gisteren middag om 1 uur ben ik goed en wel
4hier aangekomen, en een van mijne eerste im-
5pressies was dat het raam van de niet zeer groote
6school op de zee uitziet.─
7Het is eene kostschool en er zijn 24 jongens van
810-14 jaar_
9Mr. Stokes is uit de stad voor een paar dagen en
10dus heb ik ZEd_ nog niet gezien, maar dezen
11avond wordt hij terugverwacht.─
12Er is nog een ondermeester van 17 jaar.─
13Gisteren avond en dezen morgen deden wij allen
14eene wandeling aan den zeekant. Hierbij een
15takje zeewier.─1
16De huizen aan zee zijn meest van geelen steen
17gebouwd, in den trant van die in de Nassaulaan
18te s’Hage, (maar hooger), en hebben tuinen vol
19ceders en andere donkere/ altijd groen blijvende heesters.
20Er is eene haven vol allerlei schepen/ ingesloten
21door in zee uitstekende steenen dijken waarop
22men wandelen kan. En verder ziet men de
23zee in haar natuurlijken staat en dat is mooi.
24Gisteren was alles grijs.
25Strak ga ik mijne koffers die daar juist bezorgd zijn
26uitpakken, en wat prenten op mijn kamer hangen.
27(De ondermeester, 4 jongens en ik slapen in een
28ander huis dicht bij_)
29Dezer dagen is het vacantie2 en dus heb ik nog geen
30les behoeven te geven. Ik ben verlangend om  1v:2
31Mr Stokes te zien.─ Ik moet weg met de
32jongens/ à Dieu. Steeds

33Uw zoo liefh. broêr
34Vincent.


top