Back to site

051 To Theo van Gogh. Paris, Monday, 27 September 1875.

metadata
No. 051 (Brieven 1990 050, Complete Letters 39b)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: Paris, Monday, 27 September 1875

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b52 V/1962

Date
Letter headed: ‘[Paris, le] 27 Sept. [187]5.’

original text
 1r:1
Goupil & Cie
Editeurs Imprimeurs
Estampes Françaises & Étrangères
Tableaux Modernes
Rue Chaptal, 9, PARIS.
Succursales à la Haye, Londres, Berlin, New-York.

Paris, le 27 Sept. [187]5.

Waarde Theo,
“Het koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat: het koninkrijk Gods is binnen in Ulieden.”1 “De Zoon des Menschen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen”,2 en wij die Zijne volgelingen, Christenen, willen worden, wij zijn niet meer dan onzen Meester.─3 Zalig zijn de armen van geest,4 zalig zijn de reinen van hart.5
De weg is eng die ten Leven leidt, en weinigen zijn er die denzelven vinden.6 Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen zullen zoeken in te gaan en zullen niet kunnen.─7
Mijn broeder, laat ons voorzichtig zijn; laat ons vragen aan Hem die daarboven is, Die ook voor ons  1r:2 bidt,8 dat Hij ons niet uit de wereld wegneme, maar dat Hij ons beware van den booze.─9 Ja laat ons nuchteren zijn en waken,10 laat ons vertrouwen op God met ons gansche hart, en niet steunen op ons verstand.11 Laat ons van Hem vragen dat Hij ons dwinge in te komen;12 dat Hij ons geve een Christenleven te volbrengen; dat Hij ons leere ons zelven te verloochenen, ons kruis dagelijks op te nemen en Hem te volgen;13 zacht moedig, lang moedig14 te zijn en nederig van hart.15
Een deel dat niet zal weggenomen worden,16 een bron des levenden waters,17 springende tot in het eeuwige Leven,18 dat zijn de goede gaven die de Hoorder der Gebeden,19 de Gever van alle volmaakte giften,20 geven wil dengenen die Hem daarom bidden.─
En boven dit alles nog de verzekering dat er is “Een Huis des Vaders waarin vele woningen zijn”21 en dat zoo wanneer Hij ons daar plaats zal bereid hebben22 Hij ons allen tot zich zal trekken.─23 En tot onzen troost in het leven, op den weg naar dat Vaderhuis “de Trooster, de Geest der Waarheid,24 die ons in de waarheid zal leiden”.─25  1v:3 Toch heeft het Christenleven zijn donkere zijde ook; ’t is vooral mannenwerk.
Zij die wandelen met God,26 Gods vrienden, Gods vromen, Zij die Hem aanbidden in Geest en in Waarheid,27 zijn beproefd en gelouterd,28 en hebben menigmaal van God een doorn in ’t vleesch29 gekregen; zalig zullen wij zijn als wij het, met onzen vader, Paulus zullen kunnen nazeggen: toen ik een kind was sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, maar nu ik een man geworden ben heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was,30 en ben ik geworden, en heeft God mij gemaakt: droevig maar altijd blijde.31
Schrijf mij eens spoedig, en groet alle bekenden en geloof mij

Uw liefh. broeder.
Vincent.

translation
 1r:1
[Letterhead: Goupil Paris]

Paris, 27 Sept. 1875.

My dear Theo,
‘The kingdom of God cometh not with observation: the kingdom of God is within you.’1 ‘The Son of man came not to be ministered unto, but to minister’,2 and we who want to become His disciples, Christians, we are no better than our Master.3 Blessed are the poor in spirit,4 blessed are the pure in heart.5
Narrow is the way, which leadeth unto Life, and few there be that find it.6 Strive to enter in at the strait gate: for many will seek to enter in, and shall not be able.7
My brother, let us take care; let us ask Him who is above, who also maketh intercession for us,8  1r:2 that He should not take us out of the world, but that He should keep us from the evil.9 Yea, let us watch and be sober,10 let us trust in the Lord with all our heart, and lean not unto our own understanding.11 Let us ask that He compel us to come in,12 that He give us a Christian life to fulfil; that He teach us to deny ourselves, daily to take up our cross and to follow Him;13 to be meek, longsuffering,14 and lowly in heart.15
A part which shall not be taken away,16 a well of living water17 springing up into everlasting life,18 these are the good gifts that He who heareth prayer,19 the Giver of all perfect gifts,20 will give to those who pray to Him for them.
And in addition to all this, the assurance that there is ‘a house of the Father in which there are many mansions,21 and that when He has prepared a place for us there22 He will draw all men unto Him.23 And to comfort us in this life, on our way to our Father’s house, ‘the Comforter, the Spirit of Truth,24 who will guide us into all truth’.25  1v:3 The Christian life nevertheless has its dark side too; it is mainly men’s work.
Those who walk with God,26 God’s friends, God’s pious followers, those who worship Him in Spirit and in Truth,27 have been proved and tried,28 and have oft-times received from God a thorn in the flesh;29 blessed will we be when we can repeat after our father, Paul: when I was a child, I spake as a child, I understood as a child: but now that I have become a man, I put away childish things,30 and I became, and God made me: sorrowful, yet alway rejoicing.31
Write to me soon, and give my regards to all my acquaintances, and believe me

Your loving brother
Vincent.
notes
1. Luke 17:20-21.
2. Matt. 20:28 and Mark 10:45.
3. Cf. Luke 6:40.
4. Matt. 5:3.
5. Matt. 5:8.
6. Cf. Matt. 7:14.
7. Luke 13:24.
8. Rom. 8:34.
9. John 17:15.
10. 1 Thess. 5:6, 1 Pet. 4:7 and 1 Pet. 5:8.
11. Prov. 3:5.
12. Luke 14:23.
13. Cf. Matt. 16:24 and Luke 9:23.
14. Cf. Gal. 5:22, Eph. 4:2 and Col. 3:12.
15. Matt. 11:29.
16. Luke 10:42.
17. John 4:11.
18. John 4:14.
19. Rhy. ps. 65:1, based on Ps. 65:3 (in KJ Ps. 65:2).
20. Jas. 1:17; cf. hymn 163:8, ‘Gij, gever aller gaven’ (Thou, giver of all gifts).
21. John 14:2.
22. John 14:2.
23. John 12:32.
24. Cf. John 14:16-17.
25. John 16:13.
26. Cf. Micah 6:8.
27. John 4:24.
28. Cf. Ps. 66:10.
29. 2 Cor. 12:7.
30. 1 Cor. 13:11.
31. 2 Cor. 6:10.