1r:1
1Londen 8 Mei 1875

2Waarde Theo,
3Dank voor Uw laatsten brief. Hoe
4is het met de zieke,─1 van Pa hoorde
5ik reeds zij ziek was, dat het zoo
6erg was als gij schrijft wist ik echter
7niet.2
8Schrijf mij dit spoedig, als ge wilt.–
9Ja jongen “wat zullen wij zeggen”_3
10C.M. & de Hr. Tersteeg zijn hier geweest
11& zijn l.l. Zaturdag weer vertrokken.
12Zij zijn naar mij dunkt wat te veel
13naar ’t Crystal Palace & andere plaatsen
14waar zij niets te maken hadden, ge-
15weest. Zij hadden, dunkt mij, ook wel
16eens mogen komen zien waar ik
17woonde.─
18Gij vraagt mij naar Anna, maar
19daar zullen wij het later nog wel
20eens over hebben.─4
 1v:2
21Ik hoop & geloof dat ik niet
22ben wat menigeen op ’t oogen-
23blik van mij denkt, nous
24verrons, de tijd moet er overheen
25gaan;─ waarschijnlijk zegt
26men over een paar jaar hetzelfde
27van U; ten minste als gij blijft
28wat gij zijt; mijn broeder in dub-
29belen zin.─5
30Gegroet, & mijne groete aan de
31zieke. En te serrant la main_

32Vincent

 1v:3
33pour agir dans le monde, il faut
34mourir à soi-même. Le peuple qui
35se fait le missionnaire d’une pensée
36réligieuse n’a plus d’autre patrie que
37cette pensée.
38L’homme n’est pas ici-bas seulement
39pour être heureux, il n’y est même
40pas pour être simplement honnête.
41Il y est pour réaliser de grandes cho-
42ses par la société, pour arriver à la
43noblesse & dépasser la vulgarité où se
44traîne l’existence de presque tous les
45individus.─

46Renan6


top